Zone 1 controleren
Controleer als eerste het aantrekken en de kniekap. Hiervoor is geen manometer nodig. De
onderdruk zuigt de kniekap tegen de rand van de koker aan. Onder de kniekap tekent de koker
rand zich dan in de standfase duidelijk af. Als er geen vacuüm wordt gegenereerd of het vacuüm
afneemt, is dat aan de kniekap zichtbaar.
•
Vraag de gebruiker om zijn prothese aan te trekken. Controleer daarbij het aantrekken om uit
te sluiten dat de prothese niet goed aangetrokken is.
•
Laat de gebruiker een stukje lopen om onderdruk op te bouwen. Laat de gebruiker stoppen
met lopen en controleer terwijl hij staat, of de onderdruk gehandhaafd blijft.
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: vervang de kniekap door een nieuwe.
•
•
Laat de gebruiker een stukje lopen om onderdruk op te bouwen. Laat de gebruiker stoppen
met lopen en controleer terwijl hij staat, of de onderdruk gehandhaafd blijft.
Als de onderdruk nog steeds niet gehandhaafd blijft: het probleem zit in zone 2 of 3.
•
Zone 3 controleren
•
Sluit de manometer direct aan op de vacuümpomp.
Laat de vacuümpomp 2 tot 4 maal werken (onderdruk 340 hPa tot 680 hPa).
•
Als de onderdruk gehandhaafd blijft: de vacuümpomp is in orde. Het probleem zit in zone
•
2.
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: vervang de ventielen van de vacuümpomp. Con
•
troleer vervolgens of de maatregelen succesvol waren.
Als de maatregelen niet succesvol waren: vervang de functiering. Controleer vervolgens
•
of de maatregelen succesvol waren.
Als de maatregelen niet succesvol waren: stuur de vacuümpomp ter controle op naar de
•
fabrikant.
Zone 2 controleren
•
Sluit de manometer met een T-stuk aan tussen de kokeraansluiting en de vacuümpomp.
•
Dicht de opening voor de kokeraansluiting aan de binnenkant van de prothesekoker af met
luchtdichte tape (bijv. pvc-tape).
Laat de vacuümpomp werken tot een onderdruk van 340 hPa tot 680 hPa is bereikt.
•
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: de kokeraansluiting is defect. Vervang de koker
•
aansluiting. Controleer vervolgens of de maatregelen succesvol waren.
Als de onderdruk gehandhaafd blijft: waarschijnlijk is de kokeraansluiting niet goed ver
•
lijmd.
•
Dicht de opening voor de kokeraansluiting aan de binnenkant van de prothesekoker af met
een klein stukje papier en luchtdichte tape (bijv. pvc-tape).
Laat de vacuümpomp werken tot een onderdruk van 340 hPa tot 680 hPa is bereikt.
•
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: lijm de kokeraansluiting opnieuw vast. Contro
•
leer vervolgens of de maatregelen succesvol waren.
7.2 Ventielen vervangen (alleen Harmony)
1) Trek de oude ventielen van de functiering. Let daarbij op de doorstroomrichting (pijlen op de
ventielen).
2) Bevrijd de functiering met druklucht van vuil.
3) Plaats de nieuwe ventielen in de correcte doorstroomrichting in de openingen van de functie
ring.
78
Om de prothese te controleren op lekken, wordt deze in
zones onderverdeeld.
Zone 1: prothesekoker en kniekap
•
Zone 2: kokeraansluiting en verbinding met de vacu
•
ümpomp
Zone 3: vacuümpomp
•