2) Sluit de slang aan op het T-stuk van de manometer.
3) Sluit de manometer met het T-stuk aan op het inlaatventiel van de vacuümpomp.
4) Bevestig de manometer zo aan de prothese dat de patiënt zich vrij kan bewegen.
5) Laat de patiënt 50 stappen lopen om de vacuümpomp te laten werken.
6) Controleer of de onderdruk tussen 340 hPa en 680 hPa ligt en 20 seconden aanhoudt.
Wanneer er voldoende onderdruk wordt opgebouwd en de onderdruk niet binnen 20 secon
den afneemt, werkt het vacuümsysteem correct.
Wanneer er voldoende onderdruk wordt opgebouwd maar de onderdruk binnen 20 secon
den afneemt, moet de oorzaak worden gezocht (zie pagina 77).
7) Verwijder de manometer na de controle en monteer de slang weer op de zuigaansluiting van
de vacuümpomp.
5.3 Afvoerslang plaatsen (alleen Harmony)
VOORZICHTIG
Verkeerd installeren van de afvoerslang
Huidirritaties, ontstaan van eczeem of infecties door contaminatie met ziektekiemen
►
Installeer de afvoerslang zo, dat de slangopening niet is gericht op lichaamsdelen of in de
richting van de cosmetische overtrek.
Op de uitlaatopening van de vacuümpomp is een ventiel met geluiddemper gemonteerd. Voor het
monteren van een uitvoerslang (apart verkrijgbaar) moet het ventiel gedemonteerd worden.
1) Trek het uitlaatventiel met geluiddemper van de vacuümpomp.
2) Steek een uitlaatventiel met een slangaansluiting in de functiering. Een pijl op het ventiel geeft
de stroomrichting weer.
3) Monteer de gewenste uitvoerslang zoals beschreven in de betreffende gebruiksaanwijzing.
5.4 Optioneel: schuimstofovertrek monteren
De schuimstofovertrek zit tussen de prothesekoker en de prothesevoet. Deze wordt wat langer
gesneden om de bewegingen van de prothesevoet en het prothesekniescharnier te kunnen com
penseren. Bij het buigen van het prothesekniescharnier wordt de schuimstofovertrek posterior
samengedrukt en anterior uitgerekt. Om de levensduur te verhogen, moet de schuimovertrek zo
min mogelijk worden gerekt. Aan de prothesevoet bevindt zich een verbindingselement (bijv. ver
bindingsplaat, verbindingskap, aansluitkap).
Benodigde materialen: ontvettend reinigingsmiddel (bijv. isopropylalcohol 634A58), con
>
tactlijm 636N9 of kunststoflijm 636W17, aansluitset voor functionele cosmetische beenover
trek 4Y383
1) INFORMATIE: Neem de maten zo kort mogelijk, zodat de functiering nog gecompri
meerd kan worden.
Meet de lengte van de schuimstofovertrek aan de prothese en tel het extra stuk erbij op.
Transtibiale prothesen: extra stuk distaal voor de beweging van de prothesevoet.
Transfemorale prothesen: extra stuk proximaal t.o.v. het kniedraaipunt voor de buiging van
het prothesekniescharnier en extra stuk distaal voor de beweging van de prothesevoet.
2) Kort het onbewerkte stuk schuimstof in en pas het in het proximale gedeelte aan de prothese
koker aan.
3) Trek de schuimstof over de prothese.
4) Plaats de aansluitkap op de voetovertrek. De aansluitkap vergrendelt zich in de rand van de
voetovertrek. Bij de maten 22 tot 25 moet de aansluitkap ingesneden worden.
5) Monteer de prothesevoet op de prothese.
6) Teken de buitencontour van de aansluitkap af op het distale snijvlak van het schuim.
7) Demonteer de prothesevoet en verwijder de aansluitkap.
8) Reinig de aansluitkap met een ontvettend reinigingsmiddel.
9) Lijm de aansluitkap aan de hand van de afgetekende buitencontour op het distale snijvlak van
het onbewerkte stuk schuimstof.
76