Pos. Omschrijving
5
Bovenbeenschalen
2.2 Constructie
De bovenbeenschalen (5) en de schouderbanden (1) zijn met elkaar verbonden door groen/witte
kralensnoeren die worden vastgehouden door de witte sluitingen (3) en de rode sluitingen (8,9).
Het klittenband (2) en de witte sluitingen (3) aan de voorkant van de schouderbanden (1) worden
gebruikt bij het aan- en afdoen van de Tübinger Heupbuigorthese.
Met behulp van de rode sluitingen (8,9) aan de schouderbanden (1) en aan de bovenbeenschalen
(5) kan de lengte van de kralensnoeren (4) door de behandelende arts worden veranderd. Op
deze wijze wordt de heupbuiging ingesteld of aangepast aan de groei van de zuigeling.
Na het losmaken van de klemschuif (6) aan de spreider (7) kunnen de beide delen van de sprei
der (7) ten opzichte van elkaar worden versteld waardoor de gewenste heupspreiding gefixeerd
kan worden. De genummerde schaalverdeling aan de onderkant van de spreider (7) zorgt voor
een duidelijke instelling.
3 Gebruik
3.1 Gebruiksdoel
De 28L10 Tübinger Heupbuigorthese is uitsluitend bestemd voor het behandelen van heupdys
plasie bij zuigelingen (< 1 jaar).
3.2 Indicaties
Behandeling van heupdysplasie bij zuigelingen (< 1 jaar): heupen van het type IIa, IIb, IIc stabiel
volgens Graf. De indicatie wordt vastgesteld door de arts.
3.3 Werking
De buiging van de heupgewrichten met meer dan 90° bij een gecontroleerde matige spreidstand
biedt de beste voorwaarden voor een snelle narijping van het onvoldoende ontwikkelde heupge
wricht. De Tübinger Heupbuigorthese heeft zich in de praktijk bewezen voor wat deze heuppositie
betreft. De bovenbeenschalen (5) zijn met de schouderbanden (1) verbonden door middel van 2
kralensnoeren (4), waarmee de heupbuiging reproduceerbaar wordt ingesteld. De gewenste
spreidstand kan met behulp van een spreider (7) worden aangepast.
3.4 Contra-indicaties
Bij de onderstaande indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoeningen/-letsel, ont
stekingsverschijnselen, roodheid en verhoogde temperatuur in het gedeelte van het lichaam waar
de orthese wordt gedragen.
3.5 Overige gebruiksbeperkingen
De Tübinger Heupbuigorthese is ontworpen voor het gebruik bij één zuigeling (< 1 jaar).
Opnieuw gebruiken is niet toegestaan.
4 Veiligheid
4.1 Betekenis van de gebruikte waarschuwingssymbolen
VOORZICHTIG
LET OP
Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisico's
Waarschuwing voor mogelijke technische schade
Pos. Omschrijving
–
2 x badstof bekleding en 1 x klittenband
zijn als reserve bijgevoegd
31