handelspraktijken en de informatie in deze handleiding,
zowel wat betreft het ankerpunt als de PBM die op
de valstopapparaten worden aangesloten. Deze
handleiding moet daarom worden overhandigd aan de
technicus of engineeringafdeling die verantwoordelijk is
voor het vooronderzoek.
Voordat het valstopapparaat wordt geïnstalleerd, moet
de installateur ervoor zorgen dat de verankeringsbalk
voldoet aan de volgende vereisten over de gehele
geplande lengte "C" (afb. 4):
– De balk moet in goede staat zijn.
– De balk moet een constante breedte en dikte hebben.
– De balk moet vrij zijn van eventuele obstakels die het
rollclamp- of het rollbeam-valstopapparaat zouden
kunnen blokkeren tijdens het verplaatsen.
GEVAAR
Voordat de rollclamp of rollbeam valstopapparaat
wordt geïnstalleerd, moet de installateur eerst
controleren of de helling van de balk minder dan
2° is (afb. 4). De installateur moet ook controleren
of de balk aan elk uiteinde is uitgerust met een
eindaanslag (afb. 4, item 11) voor de rollclamp- en
het rollbeam-ankerpunt.
8. Installatie
8.1. Voorafgaande vereisten
1. De valstopapparatuur moeten worden geïnstalleerd
door een gekwalificeerd installateur.
2. De valstopapparaten mogen alleen geïnstalleerd
en gebruikt worden in overeenstemming met de
toepasselijke voorschriften van het land waarin het
systeem is geïnstalleerd.
3. Als
een
voorafgaand
onderzoeksgegevens is voorbereid, moet de
installateur dit gegevenspakket bij de hand hebben
(§ 7).
8.2. Voorafgaande controles voor de
installatie
Controleer het volgende voordat u begint met het
installeren van het systeem:
Algemene controle:
1. Alle markeringen zijn aanwezig en leesbaar
(zie § 11).
2. De
verschillende
valstopapparaat vormen, zijn aanwezig en vertonen
geen duidelijke tekenen van vervorming, slijtage en/
of corrosie.
onderzoek
met
componenten
die
het
3. Alle onderdelen van het valstopsysteem worden
gebruikt in overeenstemming met de aanbevelingen
die in hun respectievelijke handleiding staan.
4. Het valstopapparaat is de afgelopen 12 maanden
onderworpen aan een periodieke inspectie.
5. De vrije ruimte (afb. 4, item T) moet compatibel zijn
met het valstopapparaat van de persoon.
6. De geplande verankeringsbalk (afb. 2, item 10) is
compatibel met de afmeting van het valstopapparaat
dat wordt geïnstalleerd (Afb. 2).
eExtra controle van de rollclamp:
1. De klembeugel (afb. 1,1, item 8) vertoont geen
tekenen van slijtage of beschadiging.
2. De mobiele klem (afb. 1.1 item 3) klemt zich op de
juiste manier op de geleidestang (afb. 1, item 7).
3. De 4 geleideringen zitten op hun plaats (afb. 1.1,
item 1).
4. De 2 (M model) of 4 (L model) leischoenen zitten op
hun plaats (afb. 1.1, item 2).
Extra controle van de rollbeam:
1. Het beveiligende ankerpunt (afb. 1.2, item 13)
vertoont geen tekenen van slijtage of beschadiging.
2. De klemplaatjes (afb. 1.2, item 4) zitten op hun
plaats en de vergrendelingsschroeven (afb 1.2
item 5) zijn voldoende aangedraaid.
3. De 4 geleideringen (afb. 1.2, item 1) draaien vrij
rond.
Extra controle van de corso:
1. Het beveiligend ankerpunt (afb. 1.3, item 13)
vertoont geen tekenen van slijtage of beschadiging.
2. De flenshaken (afb. 1.3 item 1) zijn juist op de balk
gehangen.
3. De verstelbare handkruk (afb. 1.3, item 4) is goed
vastgeschroefd.
De volgende tabel geeft de dimensionale kenmerken A
en B van de balk weer in afbeelding 2 in relatie tot alle
valstopapparaatmodellen.
A (mm)
min
rollclamp M
90
rollclamp L
200
rollbeam SB
58
rollbeam LB
220
corso
75
B (mm)
max
min
max
400
8.5
40
615
9.5
95
220
8
20
300
8
20
235
8
20
39
NL