Afremmen
Op tijd vertragen, terugschakelen om met de motor te
remmen en vervolgens remmen met beide remmen.
Voordat de motor stilstaat, de koppelingshendel intrekken
om te voorkomen dat de motor plots afslaat.
Opgelet
Het gebruik van slechts een enkele rem verlaagt het
NL
remvermogen van uw motorfiets.
Rem niet te bruusk en niet te hard; de wielen kunnen
hierdoor blokkeren, waardoor u mogelijk de macht over
uw motorfiets verliest.
Als het regent of wanneer men over glad wegdek rijdt, is
het remverhogen aanzienlijk minder. Rem in deze gevallen
zachtjes en voorzichtig. Door plotselinge bewegingen te
maken, kan het zijn dat u de macht over het voertuig
verliest. Op lange en steile dalingen is het beter de
motorrem te gebruiken, terug te schakelen en de remmen
afwisselend en kort te gebruiken: door voortdurend
remmen wordt het wrijvingsmateriaal oververhit en
vermindert het remvermogen drastisch. Lagere of hogere
bandenspanning dan de voorgeschreven spanning
vermindert ook het remvermogen, de hanteerbaarheid en
de wegligging van de motorfiets.
53