Page 1
Onderhouds- en gebruiksaanwijzingen Manuel d’utilisation et entretien ’utilisation et entretien ’ DUCATI999/999S...
Page 2
Onderhouds- en gebruiksaanwijzingen DUCATI999/999S...
Page 4
Welkom in de club van de Ducati-liefhebbers, u hebt een Opmerkingen bijzonder goede keuze gemaakt. Wij denken dat u deze Ducati Motor Holding S.p.A. kan niet aansprakelijk nieuwe Ducati niet alleen als dagelijks vervoersmiddel zal worden gesteld voor eventuele fouten die zijn gemaakt gebruiken maar ook voor lange reizen.
INHOUD Gashendel 28 De hendel van de voorrem 29 Het pedaal voor de achterrem 30 Versnellingspedaal De stand van het koppelingspedaal en de achterrem 31 De stand van het versnellingspedaal 32 De stand van het achterrempedaal 33 Aanwijzingen van algemene aard Belangrijkste elementen en mechanismen Garantie 6 Plaats op het voertuig 34...
Page 6
Belangrijkste gebruiks- en Technische kenmerken onderhoudswerkzaamheden Afmetingen 86 Delen van het frame demonteren 56 Gewichten 86 Het peil van de koelvloeistof controleren en eventueel Brandstof 87 bijvullen 59 Motor 88 Het peil van de rem- en de koppelingsvloeistof Distributie 88 controleren 61 Prestaties 89 Controleer de slijtage van de remblokjes 62...
Contacteer in geval van twijfel een erkende Ducati dealer. U zult de informatie uit deze handleiding goed kunnen gebruiken tijdens uw reizen die Ducati Motor Holding S.p.A. u altijd even rustig en prettig toewenst.
Nuttige informatie voor veilig reizen een andere rijbaan kiest. Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent en rijd niet in Opgelet de "dode hoek" van de voertuigen die voor u rijden. Eerst lezen voordat u de motor gebruikt. Let goed op op kruispunten, als u een privé-ruimte of een parking verlaat of als u de autoweg oprijdt.
Rijden met volle bepakking De zwaarste bagage of accessoires dienen zo laag Dit motorvoertuig is ontworpen voor veilig rijden van mogelijk en zo veel mogelijk in het midden van de lange afstanden met volle bepakking. motorfiets te zitten. Het gewicht van de lading goed op het voertuig verdelen Maak de bagage stevig vast op de motorfiets;...
Identificatiegegevens van de motorfiets Elke Ducati-motorfiets heeft twee identificatienummers, een voor het frame (afb. 1.1 en afb 1.2) en een voor de motor (afb. 2). Frame N. Motor N. Opmerkingen Deze nummers duiden op het model en dienen te worden vermeld als men onderdelen bestelt.
BEDIENINGSORGANEN Opgelet In dit hoofdstuk wordt uitgelegd waar de bedieningsorganen zitten die moeten worden gebruikt om te kunnen rijden met de motorfiets. Lees de beschrijvingen aandachtig voordat u deze bedieningsorganen gebruikt. Plaats van de bedieningsorganen op de motorfiets (afb. 3) 1) Het instrumentenbord 2) De startschakelaar en het stuurslot 3) Stuurschakelaar links...
Het instrumentenpaneel (afb. 4) 1) LCD, (zie pag. 12) 2) Toerenteller (min Duidt het aantal toeren per minuut van de motor aan. 3) Waarschuwingslampje neutraal N (groen). Gaat branden als de versnelling in zijn vrij staat. 4) Controlelampje brandstofreserve (geel) Gaat branden als men de reserve-inhoud aanspreekt;...
Als er geen fouten worden gemeld, moet het even LCD – Belangrijkste functies branden als de startschakelaar op ON wordt gezet, maar moet het enkele seconden later weer uit gaan (meestal Opgelet 1,8 - 2 sec.). Programmeer alleen parameters als de motorfiets 9) Waarschuwingslampje injectie (rood) stil staat.
Page 14
De eerste 50 km nadat dit lampje is beginnen te branden, blijft het knipperen. Daarna zal het permanent branden. De erkende Ducati dealer die voor het onderhoud zorgt, zal het systeem resetten. 12) Controlelampje antidiefstalsysteem. Dit lampje blijft branden als de sleutelcode fout is of niet wordt herkend;...
LCD - Parameters programmeren en weergeven Als het voertuig wordt aangezet (sleutel van OFF op ON), worden alle instrumenten gecontroleerd (wijzertjes, display, lampjes) zie (afb. 7) Weergave van de functies op het linker display (A). Als de knop (1) (afb. 6) wordt ingedrukt en de sleutel staat op ON, worden beurtelings de kilometerteller en de dagteller weergegeven.
Page 16
De klok instellen De toets (1) minstens 2 seconden lang indrukken. AM of PM kiezen met de toets (2). De toets (1) indrukken om uw keuze te bevestigen en het uur te programmeren. Het uur wijzigen met de toets (2). De toets (1) indrukken om uw keuze te bevestigen en de minuten te programmeren.
Page 17
Menu voor speciale functies (voertuigmodel en maateenheden) De computer bepaalt automatisch de correcte maateenheden die op het display dienen te worden weergegeven; om deze parameters te wijzigen, zet u de sleutel eerst op OFF en dan op ON en drukt u gelijktijdig op de toetsen (1) en (2).
Page 18
Opmerkingen Als de LAP-functie is gekozen, kunt u de motor niet elektrisch starten (met de knop 5). U kunt na afloop tot 19 gechronometreerde tijden weergeven op het LCD. Druk op de knop (1) om alle opeenvolgende metingen weer te geven; op het instrumentenpaneel verschijnen de volgende gegevens: - het nummer van de rit (6) waarnaar de gegevens verwijzen;...
Page 19
De watertemperatuur (afb. 12 en 13) + 46 ° C + 119 ° C Als de watertemperatuur onder -40 °C/-40 °F daalt, - 39 ° C + 45 ° C + 124 ° C + 120 ° C verschijnen op het display knipperende streepjes en gaat het ambergele waarschuwingslampje EOBD (8, afb.
Page 20
Lichtsterkte van de controlelampjes De intensiteit van de controlelampjes wordt automatisch aangepast naargelang van de lichtsterkte die in de omgeving wordt gemeten. Instrumentenpaneelverlichting De verlichting van het instrumentenpaneel werkt alleen als het standlicht of de koplamp branden. Het instrumentenpaneel schakelt met behulp van voelers die de lichtintensiteit en de omgevingstemperatuur meten, automatisch de verlichting van het instrumentenpaneel aan of uit.
Antidiefstalsysteem De A-sleutel heeft dezelfde functies, maar men kan er Voor een betere beveiliging tegen diefstal is het voertuig andere zwarte sleutels mee wissen en indien nodig, uitgerust met een elektronisch antidiefstalsysteem dat herprogrammeren. de motor blokkeert en dat automatisch wordt ingeschakeld telkens als het instrumentenpaneel wordt Opmerkingen uitgezet.
Codekaart Bij de sleutels hoort ook de CODEKAART (afb. 15) met de volgende gegevens: A) (afb. 16) de elektronische code waarmee men de motor deblokkeert als deze niet start als de sleutel op ON wordt gezet. Opgelet De CODEKAART dient op een veilige plaats te worden bewaard.
Gashendelprocedure om het 6) Als de code NIET correct is ingevoerd, blijven het antidiefstalsysteem uit te schakelen EOBD-lampje en het CODE-lampje branden en kan men 1) De sleutel op ON zetten en de starthendel helemaal de procedure vanaf punt 2 zo vaak herhalen als men dit draaien en in deze stand houden.
Als de klant duplicaten van de sleutels nodig heeft, dient gezet, blokkeert het beveiligingsysteem de motor. Als de hij zich tot de technische servicecentra van DUCATI te motor wordt gestart door de sleutel van OFF op ON te wenden en alle sleutels die hij nog in zijn bezit heeft met zetten: zich mee te nemen, samen met de CODEKAART.
De startschakelaar en het stuurslot (afb. 17.1 en afb. 17.2) Deze zit voor de brandstoftank en heeft vier standen: A) ON: zet de lichten en de motor aan; B) OFF: zet de lichten en de motor uit; C) LOCK: Het stuur is vergrendeld; D) P: standlichten aan en stuur vergrendeld.
De linker stuurschakelaar (afb. 18) 1) Lichtschakelaar met twee standen: stand = dimlicht aan; stand = groot licht aan. 2) Schakelaar = richtingaanwijzer met drie standen: midden = uit; stand = linksaf; stand = rechtsaf. Om de richtingaanwijzer uit te schakelen, drukt u de schakelaar in zodra deze weer in het midden staat.
De koppelingshendel De koppelingshendel (1) is uitgerust met een knop(2) waarmee men de afstand tussen de hendel zelf en de knop op het stuur kan afstellen. Deze afstand is afgesteld op 10 klikken van de knop (2). Door de knop naar rechts te draaien, verwijdert u deze van de gashendel.
Chokehendel (afb. 20) De chokehendel dient om te starten met een koude motor en meer benzine toe te voeren voor een groter stationair toerental. Standen van de chokehendel: A) = niet ingeschakeld; B) = helemaal ingeschakeld. De hendel kan op tussenstanden worden gezet om de motor geleidelijk aan warm te laten lopen (zie pag.
De rechter stuurschakelaar (afb. 21) Gashendel (afb. 21) 1) Lichtschakelaar met drie standen: Met de gashendel (4) op de rechterkant van het stuur rechts = lichten uit. opent men de gaskleppen. Als de hendel wordt in het midden = voorste en achterste standlichten, losgelaten, keren deze automatisch terug in de nummerplaatverlichting en instrumentenpaneelverlichting oorspronkelijke minimumstand.
De hendel van de voorrem (afb. 22) Als men de hendel (1) in de richting van de gashendel trekt, remt men met de voorrem. Lichtjes trekken is voldoende omdat dit mechanisme hydraulisch werkt. De hendel is uitgerust met een knop (2) waarmee men de afstand tussen de hendel zelf en de knop op het stuur kan afstellen.
Het pedaal voor de achterrem (afb. 23) Om met de achterrem te remmen, drukt men het pedaal (1) met de voet in. Dit remsysteem is hydraulisch. afb. 23 Versnellingspedaal (afb. 24) De ruststand van het versnellingspedaal is in het midden (N).
Page 32
De stand van het achterrempedaal wordt op analoge wijze aangepast. Opgelet Omdat deze componenten zo belangrijk zijn voor de afb. 25 veiligheid van uw motorfiets, raden wij u aan de stand ervan te laten wijzigen door een erkende Ducati dealer.
De stand van het versnellingspedaal (afb. 26) De stand van de versnellingshendel kan aan de behoeften van elke bestuurder worden aangepast. Er zijn drie mogelijkheden: De stand van het pedaal bij benadering aanpassen De bewegende terugkeerstang blokkeren met een sleutel in de hiervoor bestemde opening (1) en de contramoer (3) losdraaien.
Page 34
De stand van het achterrempedaal (afb. 27) De stand van de achterremhendel op de volgende manier wijzigen: De contramoer (1) losdraaien. Aan de regelschroef (2) van het pedaal draaien totdat deze in de gewenste stand staat. De contramoer (1) vastdraaien. Met de hand controleren of er een speling van ong.
BELANGRIJKSTE ELEMENTEN EN MECHANISMEN Plaats op het voertuig (afb. 28) 1) De benzinedop 2) Zadelslot (dubbel zadel). 3) Zijstandaard 4) Haak voor de helmhouder (dubbelzit). 5) De stuurschokdemper 6) Achteruitkijkspiegeltjes 7) Regelknoppen voor de voorvork. 8) Regelknoppen voor achterste schokdemper. 9) Trekstang.
Benzinedop (afb. 29) Openen Het dekseltje (1) openmaken en de sleutel in het slot steken. De sleutel 1/4 slag naar rechts draaien om het slot te openen. De dop optillen. Sluiten De dop sluiten met de sleutel en deze er goed induwen. De sleutel naar links draaien totdat het slot weer in zijn oorspronkelijke stand staat en de sleutel eruit halen.
Stand van het zadel - tank (zonder passagierszadel) Op de uitvoering voor 1 berijder kan men de hele groep “zadel-tank-zadelachterkant” verplaatsen t.o.v. het achterste kleine framegedeelte (1). Het zadel (2) kan 20 mm worden verplaatst om aan de behoeften van elke berijder te voldoen. Ga als volgt te werk om deze stand te wijzigen: de schroeven (3) aan de zijkant losdraaien en verwijderen en de zijhandvaten (4) eraf halen.
Zadelslot en helmhouder (dubbelzit) Openen (afb. 31.1 en 31.2) De sleutel in het slot (4) steken en naar rechts draaien tot u het zadelslot hoort klikken. De achterkant van het zadel (2) lichtjes naar boven trekken en optillen. Achteraan in de ruimte onder het zadel zit de helmhouder.
Page 39
Sluiten (afb. 32) De voorste sluithaken op de onderkant van het zadel onder de dwarse buis van het geraamte steken. Op het passagierzadel drukken tot u het slot hoort klikken. het passagierzadel een beetje naar boven trekken om te controleren of het slot goed gesloten is. afb.
Zijstandaard (afb. 33) Opmerkingen Wij raden aan regelmatig te controleren of het Belangrijk systeem waarmee de standaard in zijn ruststand blijft Voordat u de zijstandaard gebruikt, controleert u of zitten (twee in elkaar gedraaide trekveren) en de het oppervlak waarop u hem wenst te zetten stevig en veiligheidssensor (2) goed functioneren.
De stuurschokdemper (afb. 34) Deze zit voor de brandstoftank en is bevestigd aan het frame en aan de stuurkop. De stuurschokdemper maakt het stuur stabieler en preciezer en verbetert de handelbaarheid van de motorfiets in elke rijsituatie. (999S) Als u de knop (1) naar rechts draait, worden schokken minder opgevangen, naar links meer.
Regelknoppen op de voorvork Zowel de in- als de uitbeweging van de telescopen van de voorvork en de veervoorspanning kunnen worden afgesteld. Dit doet men met de regelschroefknoppen op de buitenkant: 1) om de hydraulische schokdemping in de uit-beweging af te stellen (afb. 35); 2) om de voorspanning van de veren binnenin te wijzigen (afb.
Page 43
De STANDAARD standen zijn de volgende: compressie of in-beweging 8 klikken (999) , 10 klikken (999S) ; extensie of uit-beweging: 8 klikken (999) 12 klikken (999S). (999S) Er zijn maximum 24 standen (uit of maximum schokdemping) en 28 standen (in of minimum schokdemping).
De achterste schokdemper afstellen (afb. 37.1 - 37.2) Er zitten regelknoppen aan de buitenkant van de achterste schokdemper waarmee de schokdempers kunnen worden aangepast aan de lading van de motorfiets. De regelknop (1) die op de linkerkant zit, daar waar de schokdemper aan de onderkant van de voorvork is vastgemaakt, regelt de hydraulische schokdemping tijdens de uit-beweging.
Page 45
Opgelet Gebruik een speciale haaksleutel om aan de schroefringen van de voorspanning te draaien. Draai voorzichtig om uw hand niet te verwonden door stoten tegen andere delen van de motor als de “haak” van de sleutel uit de ring schiet tijdens het draaien. Opgelet In de schokdemper zit gas onder hoge druk dat ernstige problemen kan veroorzaken als onervaren...
De stuurhoek van de motorfiets wijzigen (afb. 38 -39 - 40) De stand van de stuurhoek is het resultaat van testen die onze technici in verschillende rijcondities hebben uitgevoerd. De stand van de stuurhoek wijzigen is een delicate handeling die gevaarlijk kan zijn als deze met onvoldoende ervaring wordt uitgevoerd.
Page 47
De UNIBAL van de kop (A) mag maximaal 5 draadjes of 7,5 mm (B) loszitten. afb. 40...
Het niet naleven van deze norm ontslaat wijzigen, binnen de voorgeschreven limieten. Ducati Motor Holding S.p.A. van elke vorm van Bijzonder goed hiervoor geschikt zijn wegen met veel aansprakelijkheid voor eventuele schade aan de motor en bochten en hellingen waarop de motor, de remmen en de de levensduur ervan.
Page 49
Na 2500 Km Na het inrijden is het aangeraden nooit sneller te rijden dan: 2.500 ÷ +Km 10.000 min De motor gaat langer mee als u dit voorschrift naleeft en de noodzaak tot reviseren en afstellen vermindert. 1.000 ÷ 2.500 Km 0 ÷...
Voordat u begint te rijden, dient u de volgende punten te In geval van onregelmatigheden stelt u het vertrek controleren: uit en contacteert u een erkende Ducati dealer. Brandstof in de tank Controleren hoeveel brandstof er in de tank zit. Eventueel bijtanken (pag.
De motorfiets aanzetten Opmerkingen Om een al warme motor aan te zetten, volgt u de procedure voor “Hoge omgevingstemperatuur”. Opgelet Zorg ervoor dat u de bedieningsorganen kent die u nodig hebt tijdens het rijden (pag. 10). Normale omgevingstemperatuur (tussen 10 °C/50 °F en 35 °C/95 °F): 1) De startschakelaar op ON zetten (afb.
Page 52
3) Controleren of de startknop (2, afb. 44 ) op (RUN) staat; de startknop indrukken (3). Het voertuig moet spontaan starten, zonder gas te geven. Belangrijk Niet langer dan 5 seconden elektrisch starten. Indien nodig 10 seconden wachten voordat u de motor weer probeert te starten.
Remmen De motorfiets starten en ermee rijden Op tijd vertragen, terugschakelen om met te motor te 1) De koppelingshendel intrekken. remmen en vervolgens remmen met beide remmen. 2) Met de punt van uw voet en een besliste beweging de Voordat de motor stilstaat, de koppelingshendel intrekken versnellingshendel induwen om deze in eerste om te voorkomen dat de motor plots uitslaat.
De motorfiets stilzetten Belangrijk Vertragen, terugschakelen en de gashendel loslaten. Naar Laat de sleutel niet te lang in deze stand P staan de eerste versnelling terugschakelen en dan de omdat de accu kan ontladen. Laat de sleutel nooit in een versnelling in de neutrale stand zetten.
Brandstof tanken (afb. 45) Niet te veel brandstof in de tank doen. De brandstof Max level moet onder de vulpijp blijven. Opgelet Gebruik loodvrije brandstof met een octaangetal van 95 (zie pag. 87). Er mag geen benzine in de vulpijp onder de dop blijven zitten.
Standaard accessoires (afb. 46 en 47) In de rechter kuiphelft zit een zak met: de gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen; een helmhouder (een zit); gereedschapset met: - een bougiesleutel; aan de andere kant: een sleutel met twee diameters (inwendig Ø 10 + uitwendig Ø 14); - een pen voor de bougiesleutel;...
BELANGRIJKSTE GEBRUIKS- EN Zijkuiphelften op motorfiets zonder passagierzadel ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De vier snelsluitingen (3) met ring losdraaien waarmee de kuiphelften aan het frame zijn bevestigd; Aan de rechterkant de inbussleutel voor kuiphelften uit Delen van het frame demonteren de opbergruimte halen en de kuiphelften verwijderen: Voor bepaalde onderhoudsverrichtingen en reparaties de twee snelsluitingen (1) losdraaien waarmee de dient men sommige delen van het frame te demonteren.
Page 58
Opmerkingen Bij het opnieuw monteren van de kuiphelften dient u de voorste pen (5) op de juiste plaats te steken, ter hoogte van het kuipje. Opmerkingen Om de linker kuiphelft te monteren, dient u de zijstandaard uit te klappen en deze door de opening in de kuiphelft te steken.
Page 59
Het kuipje Opmerkingen Om het kuipje te demonteren, dienen eerst de achteruitkijkspiegeltjes en de zijkuipen te worden gedemonteerd zoals hierboven is beschreven. Demonteer het instrumentenpaneel (1) en haal het uit de sluitrubbertjes (2); maak de aansluiting (3) van de bedrading los. Maak de kabels van het lampje van het standlicht los.
Het peil van de koelvloeistof controleren en eventueel bijvullen (afb. 53) Controleer hoeveel koelvloeistof er in het expansievat zit op de rechterkant van de motorfiets; het peil moet tussen de MAX- en MIN-streepjes (1 en 2) het langste streepje (2) is het maximumpeil; het kortste streepje (1) is het minimumpeil.
Page 61
De rechter kuiphelft eraf halen (pag. 56). Draai de vuldop los (3, afb. 54) en giet er een mengsel van water en antivriesmiddel SHELL Advance Coolant of Glycoshell (35÷40% van het volume) in, tot aan het MAX-streepje. Schroef de dop (3) er weer op en monteer de gedemonteerde delen.
(afb. 55) (op de afbeelding ziet Ducati dealer te contacteren om het remsysteem te laten men zowel het voorste als het achterste controleren en eventueel de leiding te laten ontluchten.
Om de remblokjes te kunnen controleren zonder de klauw te demonteren, zitten op alle blokjes slijtagegroeven. Op een goed blokje moeten de groeven goed zichtbaar zijn. Belangrijk Om de remblokjes te laten vervangen, contacteert u een erkende Ducati dealer. afb. 56...
Controleer met de starter of de kabels vlot bewegen in de buitenkabel: als ze haperen of stroef bewegen, dienen ze te worden vervangen door een erkende Ducati dealer. Voor de gaskabel raden wij aan deze te openen door de twee borgschroeven los te draaien (1, afb.
De gaskabel afstellen 1,5 ÷ 2 mm ➤ In elke stuurstand moet de starthendel een vrije slag hebben, gemeten op de omtrek van de rand van de hendel, van 1,5÷ 2,0mm. Stel dit eventueel af met de 1,5 ÷ 2 mm speciale regelaars (1 en 2, afb.
De accu opladen (afb. 60) Opgelet Het is raadzaam de accu te demonteren om deze op te Houd de accu ver uit het bereik van kinderen. laden. De linker kuiphelft eraf halen (pag. 56), de schroef (1) Laat de accu op 0,9 A ong. 5÷10 uren opladen. losdraaien en de bovenste bevestigingsbeugel eraf halen.
De stuurhoek wijzigen (999) Voordat u de stuurhoek wijzigt, dient u de stuurschokdemper te demonteren, waarvoor u de bevestigingsschroeven (1 en 2) losdraait. Met de schroef (2) is ook de stuurvergrendeling (3) vastgemaakt die iets meer naar achter zal moeten worden gemonteerd als u de stuurhoek wijzigt.
Page 68
Als u de stuurhoek op 23° 30' wenst te zetten, dient u de voorste opening van de stuurvergrendeling (3) voor de opening in de stuurkop te zetten. Smeer wat borgvloeistof op de schroef (2) en zet hiermee de stuurschokdemper vast. Vergeet de stuurvergrendeling niet (3).
De stuurhoek wijzigen (999S) Voordat u de stuurhoek wijzigt, dient u de stuurschokdemper te demonteren, waarvoor u de bevestigingsschroeven (1 en 2) losdraait. Met de schroef (2) is ook de stuurvergrendeling (3) vastgemaakt die iets meer naar achter zal moeten worden gemonteerd als u de stuurhoek wijzigt.
Page 70
Als u de stuurhoek op 23° 30' wenst te zetten, dient u de voorste opening van de stuurvergrendeling (3) voor de opening in de stuurkop te zetten. Smeer wat borgvloeistof op de schroef (2) en zet hiermee de stuurschokdemper vast. Vergeet de stuurvergrendeling niet (3).
SHELL Advance Chain of Advance Teflon Chain. Belangrijk Om de ketting te laten spannen, contacteert u een Belangrijk erkende Ducati dealer. Met verkeerde smeermiddelen kunt u de ketting, het grote tandwiel en het kleine motortandwiel De motorfiets op de zijstandaard zetten en het onderste beschadigen.
De lampjes van het dimlicht en de grote lichten vangen Voordat u een lampje dat stuk is vervangt, dient u te controleren of de spanning en het vermogen van het nieuwe lampje voldoen aan de voorschriften die zijn opgesomd onder het punt "Elektrische uitrustingen" op pag.
Page 73
Opmerkingen Om de lampjes uit de koplamp te halen hoeft u het zwarte massaklemmetje niet van de behuizing te halen. Opmerkingen Raak het glas van de nieuwe lamp niet aan: het kan zwart worden waardoor de lichtsterkte vermindert. Opnieuw monteren Als u het nieuwe lampje hebt gemonteerd, sluit u de bedrading van het instrumentenpaneel weer aan en steekt u dit precies in de sluitrubbers.
De lampjes van het standlicht vervangen Om bij dit lampje (1) te kunnen, dient u het instrumentenpaneel te demonteren (zie pag. 58), de aansluiting (2, afb. 65) van het instrumentenpaneel los te maken en een hand in de houder van het koplicht te steken.
Richtingaanwijzers (afb. 69) Opmerkingen Op de afbeelding is de achteruitkijkspiegel waarop de richtingaanwijzer zit, gedemonteerd. De schroef (1) losdraaien en het gekleurde glas (2) van de houder halen. Dit lampje heeft een bajonetsluiting, dus moet u het eerst even indrukken en dan naar links eruit draaien. Om het nieuwe lampje erin te steken, drukt u erop en draait u het naar rechts tot u het hoort klikken.
De achterste richtingaanwijzers (afb. 70) Om de lampjes van de achterste richtingaanwijzers te vervangen, dient u 1/4 slag aan de behuizing (3) te draaien om het glas naar boven te draaien en de behuizing er dan uit te halen. Dit lampje heeft een bajonetsluiting, dus moet u het eerst even indrukken en dan naar links eruit draaien.
Remlicht (afb. 71) Om de lampjes van de rem- en standlichten te vervangen, draait u eerst de twee schroeven (1) los waarmee het glas (2) is vastgemaakt. In het deksel (2) zitten twee pennen waarmee het glas (3) van het achterste remlicht vastzit.
De hoogte van de koplamp afstellen (afb. 73) Controleer de lichtbundel van de koplamp door de motor met op druk gebrachte banden en een bestuurder op het zadel, perfect loodrecht op de lengteas op een afstand van 10 meter voor een muur of een scherm te zetten. Teken een horizontale lijn op de hoogte van het midden van de koplamp en een verticale lijn op de lengtelijn van het voertuig op de muur.
De verticale richting van de koplamp past u aan met de regelknop (1, afb. 74), links van de koplamp. Als u de knoppen naar rechts draait, verzet u de lichtbundel naar onder; naar links verzet u deze naar boven. Opmerkingen Om bij de onderste knop te kunnen, dient u het koepeltje te demonteren zoals beschreven op pag.
Als een band wordt vervangen, dient het wiel te worden uitgebalanceerd. Belangrijk De tegengewichten van de wielen niet verwijderen of verplaatsen. Opmerkingen Om de banden te laten vervangen, contacteert u een erkende Ducati dealer zodat u er zeker van bent dat de wielen op de juiste manier worden ge(de)monteerd.
Page 81
Minimumdiepte van het loopvlak De minimumdiepte (S, afb. 76) van de groeven in het loopvlak dient op het punt met de grootste slijtage te worden gemeten: de diepte mag niet minder dan 2 mm bedragen en in elk geval niet minder dan de wettelijk voorgeschreven diepte in het land waarin de motor wordt gebruikt.
(2) eraf en vul olie bij totdat het peil juist is. Steek de dop er weer op. Belangrijk Laat de olie verversen of de oliefilters vervangen op de in de onderhoudstabel in het garantieboekje afb. 77.1 voorgeschreven tijdstippen door een erkende Ducati dealer. 999S afb. 77.2...
Page 83
Viscositeit SAE 10W-40 De andere viscositeitswaarden in de tabel kunnen worden gebruikt als de gemiddelde temperatuur van het gebied waarin de motor wordt gebruikt, binnen de aangeduide limieten ligt. 20W–40 20W–50 15W–40 15W–50 10W–40 10W–30 40 ° C –10...
Om een bougie te controleren en eventueel te laten vervangen, contacteer u een erkende Ducati dealer die de kleur van de elektrode in het midden zal controleren: als de kleur overal even lichtbruin is, betekent dit dat de motor goed werkt.
De motorfiets reinigen Opgelet Om de metalen en gelakte delen mooi glanzend te Na het wassen kunnen de remmen soms minder houden, moet de motorfiets regelmatig gewassen en goed werken. Smeer geen vet of olie op de remschijven gereinigd worden. Hoe vaak hangt af van de manier waardoor het remvermogen afneemt.
TECHNISCHE KENMERKEN Gewichten (999/999S) Drooggewicht: 199 Kg. Gewicht met volle lading: 375 Kg. Opgelet Als u de motorfiets zwaarder laadt dan de Afmetingen (mm) (afb. 79) (999/999S) voorgeschreven limieten, rendeert hij minder, en wordt hij minder handelbaar zodat u er de controle over kunt verliezen.
Brandstof Type (liter) Brandstoftank, met reserve Loodvrije benzine met een oorspronkelijk 15,5 van 3 dm (liter) minimum octaannummer van 95 Motor en filter SHELL - Advance Ultra 4 Remcircuit voor/achter en koppeling Speciale vloeistof voor hydr.systemen — SHELL - Advance Brake DOT 4 Beschermmiddel voor elektrische contacten Spray voor de behandeling van elektr.
Motor Schema van de desmodromische distributie (afb. 80) Viertakt met twee in 90° in de lengte liggende "L" 1) Tuimelaar voor openen (of bovenste tuimelaar); cilinders. 2) regelaar bovenste tuimelaar; Boring mm: 3) regelaar tuimelaar voor sluiten (of onderste tuimelaar); 100 (999/999S) 4) drukveer onderste drukveer;...
Prestaties Bougies U haalt de maximale snelheid bij elke versnelling als u de Merk: voorschriften voor het inrijden stipt naleeft en regelmatig CHAMPION het voorgeschreven onderhoud uitvoert. Type: Max. snelheid (alleen met de bestuurder): RG 4 HC (999/999S) 265 Km/h.(999) 270 Km/h.(999S)
Remmen Type: Vooraan (999/999S) 34-2 zuigertjes. Met twee semi-zwevende geperforeerde schijven. Wrijvingsmateriaal: Materiaal: FERIT I/D 450 FF. staal. Pomp type: Schijfdiameter: PS 11. 320 mm. Hydraulisch bedieningsorgaan: hendel op rechterkant van Opgelet stuur. De remvloeistof kan lakwerk oplossen. Als er Remoppervlak: toevallig remvloeistof in contact komt met de ogen of de 79 cm...
15/36 (999/999S) Opgelet Totale verhoudingen (999/999S): Als het achterste tandwiel moet worden vervangen, 15/37 raadpleegt u een erkende Ducati dealer. Als dit 17/30 component niet correct wordt vervangen, kan dit uw 20/28 veiligheid en die van de passagier ernstig in gevaar 22/26 brengen en de motorfiets onherroepelijk beschadigen.
Frame (999/999S) Wielen (999/999S) Raamwerkconstructie: bovenste kooi in hardstalen Velgen in lichtmetaal met vijf spaken. buizen. Stuurhoek (op elke kant): Vooraan 28° 30' Afmetingen: 3,50x17" . Voor optimaal rijden op de piste kan de stuurhoek worden gewijzigd (zie pag. 66-68) Achteraan Afmetingen: De standaard stuurhoek voor normaal weggebruik is :...
Banden Ophangingen Vooraan Vooraan Radiale "tubeless" band. Hydraulische vork met omgekeerde telescoop, Afmetingen: uitwendige afstelling voor de in- en uitbeweging van de 120/70-ZR17 hydraulische schokdemping en de voorspanning van de veren in de veerpoten. Achteraan Diameter dragende buizen: Radiale "tubeless" band. 43 mm.
Page 97
Zekeringen De hoofdzekeringendoos (1, afb. 81) zit tussen de koplamp en het kuipje. Men kan bij de zekeringen door eerst het deksel van de doos te halen waarop de montage en de stroomsterkte zijn beschreven . Er zijn twee zekeringen voor het injectierelais en de computer (2, afb.
Page 99
Kabelkleuren Zekeringenhouder (afb. 81 en 82) B Paars Bk Zwart Beschrijving Waarde Y Geel R Rood Dimlicht en groot licht 15 A Lb Lichtblauw Gr Grijs Claxon, remlicht, 20 A G Groen afstandstartschakelaar, Bn Bruin knipperfunctie O Oranje P Roze Key on 7,5 A Voeding instrumentenpaneel...
GEHEUGENSTEUNTJE VOOR ONDERHOUDSBEURTEN Naam Kilometerstand Datum Ducati Service 1000 10000 20000 30000 40000 50000...
Page 102
Manuel d’utilisation et entretien DUCATI999/999S...
Page 104
Ducati Motor Holding S.p.A. vous conseille de suivre de près les simples règles énoncées dans ce Manuel, tout particulièrement pour le rodage. Vous serez ainsi sûrs que votre moto Ducati sera toujours en mesure de vous laisser rêveurs. Pour toute réparation ou suggestion, veuillez bien contacter nos centres de service agréé.
Page 105
SOMMAIRE Levier de commande embrayage 26 Levier de commande starter 27 Commutateur droit 28 Poignée de commande des gaz 28 Levier de commande frein avant 29 Pédale de commande frein arrière 30 Sélecteur de vitesses par pédale 30 Réglage position repose-pieds de changement vitesse et Indications générales frein arrière 31 Garantie 6...
Page 106
Stationnement 54 Caractéristiques techniques Ravitaillement carburant 55 Encombrement 86 Accessoires en dotation 56 Poids 86 Ravitaillements 87 Principales opérations d’entretien Moteur 88 Dépose de l’habillage 57 Distribution 88 Contrôle et remise à niveau liquide de refroidissement 60 Performances 89 Contrôle niveau liquide de freins et embrayage 62 Bougies d’allumage 89 Vérification de l’usure des plaquettes de freins 63 Freins 89...
Renseignements utiles pour rouler en la vitesse que les conditions de visibilité, de la chaussée sécurité ainsi que de la circulation vous permettent d’atteindre. Signalez toujours et suffisamment à l’avance, avec les Attention clignotants de direction, tout virage ou changement de Lire avant d’utiliser la moto.
Attention Conduite à pleine charge Le système d'échappement peut être encore Votre motocycle a été conçu pour parcourir de longues chaud, même après avoir éteint le moteur ; veillez à ce distances à pleine charge, en toute sécurité. qu'aucune partie du corps ne touche le système La répartition des poids sur le motocycle est très d'échappement et que le véhicule ne soit pas garé...
Données d’identification Deux chiffres identifiant respectivement le cadre (fig.1.1 et fig. 1.2) et le moteur (fig.2) sont indiqués sur chaque motocycle Ducati. Cadre N° Moteur N° Remarque Ces chiffres identifient le modèle de votre motocycle et sont essentiels pour la commande de pièces détachées.
COMMANDES POUR LA CONDUITE Attention Ce chapitre vous renseigne sur le positionnement et la fonction des commandes nécessaires à la conduite du motocycle. Lisez soigneusement cette description avant d’utiliser quelque commande que ce soit. Position des commandes pour la conduite du motocycle (fig.
Tableau de bord (fig. 4) 1) LCD, (voir page 12) 2) Compte-tours (min Indique le nombre de tours la minute du moteur 3) Avertisseur lumineux point mort N (vert). S’allume si le sélecteur est au point mort. 4) Avertisseur lumineux réserve carburant (jaune).
8) Témoin EOBD (jaune ambre). Fenêtre à cristaux liquides (LCD) – Fonctions S'allume à lueur permanente lorsque le boîtier l'utilise principales pour signaler la présence d'erreurs et le blocage du moteur qui en dérive. Attention Il est également utilisé en tant que référence visuelle N'agissez sur le tableau de bord que lorsque le pendant la procédure de déblocage de l'antidémarrage véhicule est à...
Page 114
50 km qui suivent le premier allumage. Après quoi, le témoin demeure à lueur fixe. La réinitialisation du système sera aux soins de l’Atelier Agréé DUCATI qui réalise l'entretien. 12) Indicateur antidémarrage électronique. L’indicateur demeure éclairé si le code de la clé est inexact ou qu'il n'est pas reconnu ;...
Fenêtre à cristaux liquides (LCD) – Réglage/affichage paramètres Lors de l'allumage (clé de contact de OFF à ON) le tableau de bord réalise un contrôle de toute l'instrumentation (aiguilles, affichage, témoins) (voir fig. 7). Visualisation des fonctions sur l'affichage de gauche (A) Appuyez sur le bouton (1) (fig.
Page 116
Fonction réglage horloge Appuyez sur le bouton (1) pendant 2 secondes au moins. Choisissez AM/PM en appuyant sur le bouton (2). Appuyez sur le bouton (1) pour valider le choix et passer au réglage de l'heure. Utilisez le bouton (2) pour modifier l’indication de l’heure.
Page 117
Fonction choix spéciaux (modèle du véhicule et unité de mesure) Le boîtier électronique signale automatiquement au tableau de bord le modèle du véhicule et l’unité de mesure exacte à rappeler sur l'affichage ; pour forcer la modification de ces paramètres déplacez le contacteur de OFF à...
Page 118
Remarque Avec la fonction LAP le démarrage électrique du moteur avec le bouton (5) est inhibé. Les mesures chronométriques des temps sur les tours terminés, on peut afficher 19 mesures mémorisées sur la fenêtre à cristaux liquides. Appuyez sur le bouton (1) pour défiler en séquence les mesurages obtenus ;...
Page 119
Fonction température réfrigérant (fig. 12 et 13) + 46 ° C + 119 ° C Lorsque la température du réfrigérant descend en - 39 ° C + 45 ° C + 124 ° C + 120 ° C dessous de -40 °C/-40 °F des tirets clignotants s'affichent et le témoin jaune ambre EOBD s'éclaire (8, fig.
Page 120
Fonction lueurs témoins L'intensité des lueurs des témoins est réglée automatiquement par le tableau de bord selon la qualité de la lumière extérieure relevée. Fonction rétroéclairage Le rétroéclairage du tableau de bord s'active uniquement si le feu de position ou les projecteurs sont allumés. Si cela est le cas, le tableau de bord, grâce à...
Le système anti-démarrage La clé A joue le même rôle que les clés B, mais en plus En vue d'augmenter la protection contre le vol, le elle permet d'effacer et de programmer à nouveau, le cas motocycle est doté d'un système électronique de échéant, d'autres clés noires.
Code card En même temps que les clés est remise une CODE CARD (fig. 15) reportant : A) (fig. 16) le code électronique, à utiliser en cas de blocage du moteur et donc de démarrage raté après avoir mis la clé dans la position ON. Attention La CODE CARD doit être rangée dans un endroit sûr.
Procédure de déblocage de l’anti-démarrage 6) Si le code N'A PAS été introduit exactement, les électronique avec la poignée des gaz témoins EOBD et CODE demeurent allumés et vous 1) Positionnez la clé de contact sur ON, puis tournez à pouvez répéter les opérations à...
Lorsque le client a besoin de clés supplémentaires, il doit moteur démarre. s'adresser au réseau d'assistance DUCATI et apporter 2) Si le témoin CODE demeure allumé, le code n'est pas avec lui toutes les clés encore à sa disposition ainsi que reconnu.
Commutateur d’allumage et antivol de direction (fig. 17.1 et fig. 17.2) Situé devant le réservoir, il a quatre positions : A) ON : met en circuit l'éclairage et le moteur ; B) OFF : met hors circuit l'éclairage et le moteur ; C) LOCK : la direction est bloquée ;...
Commutateur gauche (fig. 18) 1) Inverseur, commande de sélection feux, à deux positions : position = feu de croisement allumé ; position = feu de route allumé. 2) Bouton = clignotant de direction à trois positions : position centrale = éteint ; position = virage à...
Levier de commande embrayage (fig. 19) Le levier (1) qui commande le débrayage est équipé d’une molette (2) servant à régler l’écart entre ce levier et la poignée sur le demi-guidon. La molette (2) peut être tournée de 10 déclics pour régler l’écart du levier. La tourner dans le sens des aiguilles d’une montre pour augmenter l’écart, ou dans le sens contraire pour le diminuer.
Levier de commande starter (fig. 20) La commande de starter (1) sert à favoriser le démarrage du moteur à froid et à augmenter le régime de rotation au ralenti, après le démarrage. Positions d'utilisation de la commande : A) = commande non activée ; B) = commande complètement activée.
Commutateur droit (fig. 21) Poignée de commande des gaz (fig. 21) 1) Commutateur, commande allumage feux à trois La poignée des gaz (4), sur le demi-guidon de droite, positions : commande l’ouverture des soupapes du corps à à droite = feux éteints ; papillons.
Levier de commande frein avant (fig. 22) Pour actionner le frein avant, tirez le levier (1) vers la poignée. Un effort minimum de votre main suffit pour actionner ce dispositif car le fonctionnement est hydraulique. Le levier de commande est doté d'une molette (2) pour le réglage de la distance du levier par rapport à...
Pédale de commande frein arrière (fig. 23) Pour actionner le frein arrière, appuyez votre pied sur la pédale (1) et poussez vers le bas. Le système de commande est de type hydraulique. fig. 23 Sélecteur de vitesses par pédale (fig. 24) Le sélecteur de vitesses par pédale a une position de repos centrale N avec retour automatique ;...
à fait semblable. Attention Vu l'importance de ces éléments en termes de fig. 25 sécurité pour la conduite du motocycle, il est conseillé de contacter un Atelier Agréé DUCATI pour l'exécution de ce réglage.
Réglage position pédale de changement vitesse (fig. 26) Pour seconder toutes exigences de conduite du pilote, on peut modifier la position de la pédale de changement vitesse par rapport au repose-pied correspondant. Trois différents types de réglage sont possibles. Réglage approximatif position pédale Immobilisez la tige d'action amovible à...
Réglage position pédale frein arrière (fig. 27) Pour modifier la position de la pédale du frein arrière, procédez comme suit : Desserrez le contre-écrou (1). Tournez la vis de butée (2) réglant le débattement de la pédale jusqu'à la position voulue.
PRINCIPAUX ELEMENTS ET DISPOSITIFS Position sur le motocycle (fig. 28) 1) Bouchon réservoir carburant. 2) Serrure selle (Biplace). 3) Béquille latérale. 4) Crochet d'ancrage pour lacet de casque (Biplace). 5) Amortisseur de direction. 6) Rétroviseurs. 7) Dispositifs de réglage fourche avant. 8) Dispositifs de réglage amortisseur arrière.
Bouchon réservoir carburant (fig. 29) Ouverture Levez le cache (1) de protection et insérez la clé dans la serrure. Tournez la clé de 1/4 de tour dans le sens des aiguilles d’une montre pour débloquer la serrure. Levez le bouchon. Fermeture Refermez le bouchon, la clé...
Réglage selle – réservoir (Monoplace) Sur la version monoplace il est possible de modifier horizontalement la position de l’ensemble selle-réservoir- corps de selle par rapport au sous-cadre arrière (1). Le réglage de la selle (2), ayant une course de 20 mm, permet de répondre aux exigences de chaque pilote.
Serrure de selle et lacet de casque (Biplace) Ouverture (fig. 31.1 et 31.2) Insérez la clé dans la serrure (1) et tournez-la dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à entendre le déclic de déclenchement de la selle. Tirez modérément la partie arrière de la selle (2) vers le haut et levez-la jusqu'à...
Page 139
Fermeture (fig. 32) Insérez les crochets avant du fond de la selle sous le tube transversal du cadre. Appuyez sur la selle du passager jusqu'à entendre le cliquetis de réenclenchement du verrou dans la serrure. Assurez-vous du bon enclenchement en tirant modérément la selle du passager vers le haut.
Béquille latérale (fig. 33) Remarque Il est conseillé de contrôler périodiquement le bon Important fonctionnement du système de retenue - se composant Avant d’utiliser la béquille latérale, assurez-vous que de deux ressorts à traction, l’une à l’intérieur de l’autre - la consistance et la planéité...
Amortisseur de direction (fig. 34.1 - 34.2) Placé devant le réservoir, il est fixé au cadre et au té supérieur. Son action contribue à rendre la direction plus précise et plus stable en améliorant la conduite du motocycle quelles que soient les conditions. (999S) Si l’on tourne la molette (1) dans le sens des aiguilles d’une montre, la direction résulte plus dure, alors qu’en...
Eléments de réglage fourche avant La fourche du motocycle est réglable tant en phase d’extension (détente) que de compression des tubes et de la précontrainte du ressort. Le réglage s’effectue grâce aux éléments extérieurs à vis : 1) pour modifier l’action hydraulique d’amortissement en extension (fig.
Page 143
Les réglages STANDARD sont les suivants : compression : 8 déclics (999), 10 déclics (999S) ; extension : 8 déclics (999), 12 déclics (999S). (999S) La valeur maximale à laquelle correspond l’effet de freinage minimal est de 24 déclics (extension) et 28 déclics (compression).
Eléments de réglage amortisseur arrière (fig. 37.1 - 37.2) L’amortisseur arrière est équipé d’éléments de réglage extérieurs, permettant d’adapter l’assiette du motocycle aux conditions de charge. L’élément de réglage (1), placé côté gauche en face de la fixation inférieure de l’amortisseur au bras oscillant, règle l’action amortissante en extension (détente).
Page 145
l’écrou annulaire inférieur on augmente ou on réduit la précontrainte. Définissez la précharge et serrez la bague supérieure. Attention Pour tourner l’écrou annulaire de réglage de la précontrainte utilisez une clé à ergot spéciale. Agissez avec une précaution tout particulière afin d’éviter le risque de blessure de la main s’heurtant violemment contre d’autres pièces du motocycle, le cas où...
Variation de l’assiette du motocycle (fig. 38-39-40) L’assiette du motocycle découle de la synthèse des essais effectués par nos techniciens sous différentes conditions d’utilisation. La modification de ce paramètre est donc une opération très délicate qui peut se révéler dangereuse si elle est réalisée sans l’expérience voulue.
Page 147
La valeur maxi. de sortie du UNIBALL de la tête (A) articulée est de 5 filets, équivalent à 7,5 mm (B). fig. 40...
Carnet de Garantie. régime du moteur tout en respectant la limite établie. Le non-respect de ces règles dégage Ducati Motor A cet effet, les parcours riches en virages, et mieux Holding S.p.A. de toute responsabilité à l’égard des encore en pentes douces, sont tout spécialement...
Page 149
Au-delà de 2500 km Tout en utilisant normalement le motocycle après rodage, il est conseillé de ne jamais dépasser : 2.500 ÷ +Km 10.000 min Le respect de ces précautions favorise une longévité accrue du moteur, réduisant l’exigence de révisions ou mises au point.
En cas d’anomalies, renoncez à la sortie et faites S’il y a lieu, prenez de l’essence (page 55). appel à un Concessionnaire ou Atelier Agréé DUCATI. Niveau d’huile moteur Contrôlez le niveau dans le carter par le hublot de regard.
Démarrage du moteur Remarque Pour démarrer le moteur lorsque il est chaud, suivez la procédure décrite pour "Température ambiante élevée". Attention Avant de démarrer le moteur, familiarisez-vous avec les commandes que vous devez utiliser durant la conduite (page 10). Température ambiante normale (comprise entre 10 °C/50 °F et 35 °C/95 °F): 1) Déplacez le commutateur d’allumage en position ON fig.
Page 152
Remarque Il est possible de démarrer le moteur avec la béquille baissée et le sélecteur au point mort, ou bien avec un rapport engagé, en tirant le levier d'embrayage (dans ce cas la béquille doit être repliée). 2) Déplacez le levier de commande starter (1) en position (B) (fig.
L’utilisation des commandes doit être effectuée Température ambiante élevée (supérieure à 35 °C/95 °F) judicieusement et avec rapidité : dans les montées, Suivez la même procédure décrite pour “Température lorsque le motocycle a tendance à ralentir, rétrogradez ambiante normale”, sans utiliser la commande de starter tout de suite, on évite ainsi toutes sollicitations (1, fig.
Freinage Réduisez progressivement la vitesse en rétrogradant pour ralentir grâce au frein moteur et utilisez seulement ensuite les deux freins ensemble pour l’arrêt définitif. Avant que le motocycle s’arrête, il faut débrayer pour éviter que le moteur s’éteigne à l’improviste. Attention L’utilisation indépendante de l’une d’entre les deux commandes réduit l’efficacité...
Mise à l’arrêt du motocycle Important Réduisez la vitesse, rétrogradez et lâchez la poignée des Il ne faut pas que la clé de contact reste trop gaz. Rétrogradez jusqu’à la première vitesse et par la longtemps sur la position P pour ne pas décharger la suite mettez au point mort.
Ravitaillement carburant (fig. 45) Quand vous prenez de l’essence, ne remplissez pas trop Max level le réservoir. Le niveau du carburant doit demeurer au- dessous de l’orifice de remplissage dans le puisard du bouchon. Attention Utilisez du carburant à bas teneur de plomb, avec un nombre d'octanes à...
Accessoires en dotation (fig. 46 et 47) A l’intérieur du demi-carènage droit se trouve une enveloppe abritant : un manuel d'utilisation et entretien ; un lacet d’ancrage du casque (version monoplace) ; kit d'outils se composant de : - clé à pipe hexagonale à bougies ; du côté opposé clé...
PRINCIPALES OPERATIONS D’ENTRETIEN la vis (4) fixant la carène droite à la gauche, se trouvant sous les carènes. Carènes latérales monoplace Desserrez les quatre coupleurs rapides avec bague (3) de fixation au cadre. Opérez du côté droit pour atteindre le dégagement Dépose de l'habillage abritant le kit d’outils.
Page 159
Remarque Au cours de la repose des carènes, prenez garde à bien engager le détrompeur avant (5) dans son cran, au niveau de la bulle. Remarque Pour reposer la carène gauche, dépliez la béquille latérale en la faisant passer par l'ouverture obtenue sur la carène même.
Page 160
Bulle Remarque Pour déposer la bulle du véhicule il faut retirer d'abord les rétroviseurs et les carènes latérales ainsi qu'il est précédemment décrit. Déposez le tableau de bord (1) en le sortant des caoutchoucs de retenue (2). Débranchez les connecteurs de l'ampoule du feu de position.
Contrôle et remise à niveau liquide de refroidissement (fig. 53) Contrôlez le niveau du liquide de refroidissement à l'intérieur du vase d’expansion, au côté droit du motocycle. Il doit se trouver entre les deux marques (1) et (2) : la marque la plus longue (2) représente le niveau MAX ;...
Page 162
Retirez la carène droite (page 52). Dévissez le bouchon de remplissage (3, fig. 54) et ajoutez un mélange d'eau et liquide antigel SHELL Advance Coolant ou Glycoshell (35-40% du volume) jusqu'à atteindre le niveau MAX. Vissez de nouveau le bouchon (3) et remontez les éléments précédemment ôtés.
Contrôle niveau liquide de freins et embrayage Système de freinage Le niveau ne doit pas descendre au-dessous de la marque Si l’on constate un jeu trop important au levier ou à la MIN indiquée sur les réservoirs correspondants (fig. 55) pédale de frein, bien que les plaquettes de frein soient en (la figure ci-contre montre les réservoirs du liquide de bonnes conditions, faites appel à...
Vérification de l’usure des plaquettes de freins (fig. 56) Pour simplifier le contrôle des plaquettes de freins sans devoir les retirer de l’étrier, chaque plaquette comporte un indicateur de consommation. Une plaquette en bon état doit présenter des rayures bien visibles sur ses garnitures.
Lubrification des articulations Périodiquement il est nécessaire de contrôler les conditions de la gaine extérieure des câbles de commande des gaz et de starter. Il ne doit pas présenter d’écrasements ni craquelures sur le revêtement plastique extérieur. Vérifiez le mouvement libre des câbles intérieurs en agissant sur la commande : si vous constatez du frottement ou des coincements, faites-le remplacer par un Concessionnaire ou Atelier Agréé.
Réglage de la tension du câble de commande 1,5 ÷ 2 mm ➤ des gaz La poignée des gaz, dans toutes les positions de braquage, doit avoir une course à vide de 1,5÷2,0 mm, 1,5 ÷ 2 mm mesurée sur le bord de la poignée. Si besoin est, la régler en agissant sur les éléments de réglage prévus à...
Charge de la batterie (fig. 60) Attention Pour recharger la batterie il est conseillé de la retirer du Tenez la batterie hors de la portée des enfants. motocycle. Retirez la carène gauche (page 57), dévissez la vis (1) et Chargez la batterie pendant 5-10 heures à 0,9 A . démontez la bride d'attache supérieure.
Modification de l’angle de chasse (999) Avant de modifier l'angle de chasse, il faut déposer l'amortisseur de direction en desserrant les vis de fixation (1 et 2). La vis (2) maintient également le martelet antivol de direction (3), lequel, en cours de repose, devra être déplacé...
Page 169
Si l'on souhaite incliner la colonne de direction à 23° 30’, positionnez le trou plus avancé du martelet antivol de direction (3) au niveau du trou correspondant de fixation au té supérieur. Enduire la vis (2) d'un frein-filets moyen et l'utiliser pour fixer l’amortisseur de direction en prenant garde d'insérer également le martelet (3).
Modification de l’angle de chasse (999S) Avant de modifier l'angle de chasse, il faut déposer l'amortisseur de direction en desserrant les vis de fixation (1 et 2). La vis (2) maintient également le martelet antivol de direction (3), lequel, en cours de repose, devra être déplacé...
Page 171
Si l'on souhaite incliner la colonne de direction à 23° 30’, positionnez le trou plus avancé du martelet antivol de direction (3) au niveau du trou correspondant de fixation au té supérieur. Enduire la vis (2) d'un frein-filets moyen et l'utiliser pour fixer l’amortisseur de direction en prenant garde d'insérer également le martelet (3).
Contrôle de la tension de la chaîne de comprimé ou à l’aide de matière absorbante et graissez- transmission (fig. 64) la à chacun de ses éléments avec de la graisse SHELL Advance Chain ou Advance Teflon Chain. Important Pour la mise en tension de la chaîne de transmission Important contactez un Concessionnaire ou Atelier Agréé.
Remplacement ampoules feux de route et de croisement Avant d’effectuer le remplacement d’une ampoule grillée, il faut s’assurer que la lampe de rechange a les valeurs de tension et de puissance spécifiées à la page 93 du paragraphe "Système Electrique". Vérifiez toujours le fonctionnement de l’ampoule neuve avant de reposer les éléments rétirés.
Page 174
Remarque Pour remplacer les ampoules du phare il ne faut pas débrancher le câble du faisceau électrique principal depuis l'ensemble phare. Remarque La partie transparente de l’ampoule neuve ne doit pas être touchée les mains nues, car cela en provoquerait le noircissement, d'où...
Remplacement ampoule feu de position Pour avoir accès à l'ampoule du feu de position (1), il est nécessaire de retirer le tableau de bord (voir page 54) des éléments caoutchouc de maintien et introduire la main à l’intérieur du support de phare. Sortez la douille de lampe de son emplacement et remplacez l'ampoule.
Page 176
Indicateurs de direction avant (fig. 69) Remarque Pour en simplifier la représentation, le rétroviseur, sur lequel le clignotant de direction est monté, figure déposé de la bulle. Desserrez les vis (1) et séparez la coupelle (2) depuis le support du clignotant/rétroviseur. Cette lampe a une douille à...
Page 177
Feux stop (fig. 71) Pour remplacer les ampoules du feu stop et de position arrière, il faut dévissez les deux vis (1) de fixation du couvercle (2). A l’intérieur du couvercle (2) se trouvent deux goupilles fixant l'optique (3) du feu arrière. Sortez le cache (2) de son emplacement et déposer l'optique (3) du feu arrière.
Réglage de l’assiette du phare (fig. 73) Pour contrôler si le phare est bien positionné, mettez le motocycle, les pneus gonflés à la pression exacte et une personne assise en selle, parfaitement à l’aplomb de son axe longitudinal, placé en face d’une paroi ou écran, à une distance de 10 m.
La retouche de l’assiette verticale du phare peut se faire en intervenant sur les molettes de réglage (1, fig. 74), à gauche du phare. Si l'on tourne les molettes dans le sens des aiguilles d'une montre, le faisceau lumineux baisse, alors que dans l'autre sens il monte.
Pneus Tubeless (sans chambre à air) Réparation ou remplacement des pneus (Tubeless) Pression avant : En cas de perforations légères, les pneus sans chambre 2,1 bars - 2,3 Kg/cm à air se dégonflent très lentement, puisqu’ils ont un Pression arrière : certain degré...
Page 181
Epaisseur minimale de la bande de roulement Mesurez l’épaisseur minimale (S, fig. 76) de la bande de roulement dans le point où l’usure est plus importante : elle ne doit pas être inférieure à 2 mm et, quoi qu’il en soit, non inférieure aux dispositions de la loi en vigueur.
Contrôle niveau d’huile moteur (fig. 77.1 et fig. 77.2) Le niveau de l’huile moteur peut être vérifié par le hublot de regard (1) sur le cache d’embrayage. Contrôlez le niveau motocycle parfaitement vertical et moteur froid. Après l’extinction, attendez quelques minutes afin que le niveau se stabilise.
Page 183
Viscosité SAE 10W-40 Les autres viscosités indiquées au tableau peuvent être utilisées si la température moyenne de la zone d’utilisation du motocycle se trouve dans les limites de la gamme prescrite. 20W–40 20W–50 15W–40 15W–50 10W–40 10W–30 40 ° C –10...
Nettoyage et remplacement des bougies (fig. 78) Les bougies sont un élément important du moteur et doivent donc être systématiquement contrôlées. 0,6 ÷ 0,7 mm Cette opération permet de vérifier le bon état de fonctionnement du moteur. Pour réaliser la vérification et, au besoin, le remplacement de la bougie, contactez un Concessionnaire ou Atelier Agréé...
Nettoyage général Attention Afin de maintenir dans le temps le brillant d’origine des Parfois les freins ne répondent pas après le lavage surfaces métalliques et des éléments peints, il faut laver du motocycle. et essuyer périodiquement le motocycle suivant Ne graissez ni lubrifiez les disques de frein, on pourrait l’utilisation et les conditions des routes parcourues.
à un mois. Recouvrez le motocycle d’une housse appropriée pour protéger la peinture tout en laissant cependant évaporer la buée. La housse est disponible auprès de Ducati Performance.
CARACTERISTIQUES TECHNIQUES Poids (999/999S) A vide : 199 kg A pleine charge : 375 kg Attention Le non-respect des limites de masse totale pourrait Encombrement (mm) (fig. 79) (999/999S) influencer négativement la maniabilité et le rendement de votre motocycle, ainsi que provoquer la perte de contrôle du véhicule.
Ravitaillements Type (litres) Réservoir de carburant, y compris Essence sans plomb avec indice d’octane 15,5 une réserve de 3 dm (litres) à l’origine de 95 au minimum Circuit de graissage SHELL - Advance Ultra 4 Circuits de freins AV/AR et Liquide spécifique pour les systèmes hydrauliques —...
Moteur Schéma de la distribution desmodromique (fig. 80) Bicylindre à quatre temps en “L” longitudinal de 90°. 1) Culbuteur d’ouverture (ou supérieur). Alésage mm : 2) Pastille de réglage culbuteur supérieur. 100 (999/999S) 3) Pastille de réglage culbuteur de fermeture (ou Course mm : inférieur).
Performances Garniture : La vitesse maximum, à chaque changement de rapport, TOSHIBA TT 2172 ne peut être obtenue qu’en respectant les prescriptions Type de maître-cylindre : du rodage indiquées et en exécutant périodiquement les PR 18 opérations d’entretien préconisées. Vitesse max. (en solo) : Arrière (999/999S) 250 Km/h (999/999S) A disque fixe perforé, en acier.
Transmission entre moteur et arbre primaire de la boîte par engrenages à dents droites. Toutefois Ducati Motor Holding S.p.A. est à votre Rapport pignon moteur/couronne embrayage : disposition pour toute exigence d’adaptation du 32/59 (999/999S) motocycle à...
Cadre (999/999S) Roues (999/999S) Tubulaire à treillis en tubes d’acier à haute résistance Jantes en alliage léger à cinq branches en Y. Angle de braquage (de chaque côté) : 28° 30’ Avant Dimensions : Pour utiliser de manière optimale votre motocycle sur 3,50x17"...
à l’intérieur des tubes. Disponibles dans les coloris : Diamètre tubes porteurs : rouge anniversary Ducati réf. 473.101 (PPG) ; 43 mm jaune Ducati réf. 473.201 (PPG) ; Débattement sur l’axe des tubes de fourche : cadre et jantes couleur métal.
Système électrique Se compose des principaux éléments qui suivent : phare avant halogène avec deux ampoules se composant de : unité phare code HB3 12V-60W ; unité feu de route HB3 12V-60W ; feu de position 12V-5W. Commandes électriques sur les demi-guidons. Clignotants de direction, ampoules 12V-10W.
Page 195
Fusibles La boîte à fusibles principale (1, fig. 81) est placée entre le support de phare et la bulle. Les fusibles utilisés sont accessibles en retirant le cache de protection sur lequel est indiqué l'ordre de montage et l'ampérage. A protection du relais du système d'injection et de la centrale de commande moteur, il y a deux fusibles (2, fig.
Page 196
On peut reconnaître un fusible fondu par la coupure de son filament intérieur de conduction (4, fig. 83). Important Pour éviter tout court-circuitage, réalisez le remplacement du fusible avec clé de contact en position OFF. Attention N’utilisez jamais un fusible ayant des caractéristiques différentes des celles établies.
Page 198
Légende couleur faisceaux Légende boîtes à fusibles (fig. 81 et 82) B Bleu W Blanc Pos. Consommateurs Val. V Violet Bk Noir Alimentation boîtier électronique Y Jaune R Rouge Avertisseur sonore, feu de stop, solénoïde de Lb Bleu ciel démarrage, clignotant 20 A Gr Gris G Vert...