NL
■
Gebruik voor het reinigen geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen of reini-
gingspads. Deze kunnen de oppervlakken beschadigen.
Na verloop van tijd kunnen de fi lters verkleuren. Dit is normaal en heeft geen
nadelige gevolgen voor de werking.
•
De fi lters regelmatig resp. wanneer u merkt dat het zuigvermogen minder wordt,
reinigen.
•
Neem de behuizing indien nodig af met een vochtige, zachte doek. Met een zachte
doek nadrogen.
•
Verwijder regelmatig haren en pluisjes van de zuigmonden.
•
Bewaar het apparaat en de toebehoren op een droge, schone, tegen zonlicht
beschermde en voor kinderen en dieren onbereikbare plaats.
Stofreservoir, zeef, stoffi lter en micro-stoffi lter reinigen
1. Het stofreservoir (8) uit het apparaat halen (zie hoofdstuk 'Montage').
A
C
2. Het stofreservoir (8) boven een geopende vuilnisbak houden. De afstand tot de vuil-
nisbak moet zo klein mogelijk zijn, zodat het stof uit het stofreservoir (8) alleen in de
vuilnisbak valt en zich niet verspreidt in de omgeving.
3. Het stofreservoir (8) omdraaien en het stof in de vuilnisbak kantelen.
4. Het stofreservoir (8) bij behoefte met stromend water en een mild reinigingsmiddel
reinigen. Niet in de vaatwasser reinigen.
5. Wanneer alle onderdelen zijn gedroogd, het zeef (A), het micro-stoffi lter (B) en het
stoffi lter (C) weer in het stofreservoir (8) plaatsen.
6. Het stofreservoir (8) in het apparaat plaatsen (zie hoofdstuk 'Montage').
De stoffi lter (C), het micro-stoffi lter (B) en het zeef (A) eruit
B
halen en uitkloppen of met een zachte borstel afborstelen
om vuil en stof te verwijderen. Het stoffi lter (C) en het
zeef (A) indien nodig met schoon, lauwwarm water gron-
dig doorspoelen.
LET OP:
– Het micro-stoffi lter (B) mag niet met water worden
gereinigd aangezien hij beschadigd kan raken.
– De fi lters in geen geval in de wasmachine of vaatwasser
reinigen! In geen geval in de wasdroger drogen.
Overtollig water afschudden en de fi lters volledig aan de
lucht laten drogen.
44