Ontsteektransformator brander:
Het is van belang dat op de ontsteektransformatoren een verbruiker aangesloten is.
Het aanschakelen van de ontsteektransformator zonder dat de ontsteekpennen zijn aangesloten is niet toe-
gestaan. Wij adviseren om tijdens onderhoudswerkzaamheden zeker de verbindingen van de ontsteekkabels
te controleren en voor het geval de brander niet zou werken, zeker niet de brander laten aan te staan.
6.3.8. Watertank
Controleer de watertank op uiterlijke beschadigingen en lekkages.
Controleer bij het vullen van de tank of het vulsysteem goed werkt.
6.3.9. Motor
Controleer de motor op loszittende delen, lekken. Controleer het oliepeil met de peilstok. Als het olieniveau
te veel is gedaald of vervuiling van de olie wordt geconstateerd, dient deze vervangen te worden alvorens
verder te werken. Controleer de aanzuigopening op een vrije doorgang en de filter op overdreven vervuiling.
Reinigen of vervangen indien nodig. Controleer de filters op vervuiling en eventueel reinigen of vervangen.
6.3.10. Brandstoftank
Controleer op beschadiging of lekkage en bij negatieve vaststellingen de tank laten herstellen/vervangen.
Controleer de tank regelmatig op vervuiling.
6.3.11. Batterij
Controleer de batterij op goede aansluitingen/mogelijke slijtage & of de batterij opnieuw dient opgeladen te
worden. Als de rustspanning van de batterij zakt onder: 12.6 V (of als ze gedurende 6 maanden gestockeerd
staat/niet gebruikt wordt), moet ze bijgeladen worden. Dit kan gebeuren d.m.v. een druppellader, gewone
lader of werkhuislader. Het herladen dient best te gebeuren door een erkende technieker.
Let op: zorg voor voldoende ventilatie bij herladen, vermijd risico van vonken (niet roken), zorg voor een cor-
recte elektrische aansluiting van de lader met de batterij!
6.3.12. Ontluchten ontharderpomp (optie)
De ontharderslangenpomp heeft geen ontluchting nodig.
De ontluchtingsdop regelmatig proper maken, productresten verwijderen!
JMB-C : REV A
DiBO n.v. 36