8.3
Werking brander
8.3.1
De brander ontsteken
Ontstekingsfases met progressieve tijd uitgedrukt in seconden:
•
Afsluiting afstandsbesturing TL.
Na ongeveer 3s.
•
0 s: Het programma van de branderautomaat wordt opge-
start.
•
2 s: Start motor ventilator.
•
3 s: Inschakeling ontstekingstransformator.
De pomp 3) (Afb. 26) zuigt via de aanzuigleiding 1) en het fil-
ter 2) de brandstof aan uit de tank en stuwt de brandstof on-
der druk. De zuiger 4) gaat omhoog en de brandstof loopt via
de leidingen 5)-7) terug naar de tank.
De schroef 6) sluit de bypass af naar de aanzuigleiding; de
niet bekrachtigde elektrokleppen 8) - 11) sluiten de wegen
naar de verstuivers af.
Voorventilatie met maximum luchttoevoer.
•
22 s: de elektroklep 8) wordt geopend en de brandstof vloeit
door de leiding 9) en het filter 10)), wordt door de eerste ver-
stuiver verstoven en ontsteekt zodra het met de vonk in aan-
raking komt.Dit is de ontstekingsvlam.
•
29 s: De ontstekingstransformator gaat uit.
•
36 s: de elektroklep 11) wordt geopend, de brandstof stroomt
door de leiding 13), het filter 14) en wordt door de tweede ver-
stuiver verstoven.Dit is de verbrandingsvlam.
De startcyclus wordt beëindigd.
8.3.2
Tijdens de werking
Als de druk of de temperatuur van de ketel toenemen tot de af-
standsbediening TL geopend wordt, zal de brander gedoofd wor-
den.
8.3.3
Geen ontsteking
Als de brander niet ontsteekt, wordt hij 5 sec na de opening van
ste
de klep van de 1
fase en 30 sec na sluiting van de TL geblok-
keerd. De rode led van de branderautomaat begint te branden.
8.3.4
Uitdoving van de brander tijdens de werking
Als de vlam tijdens de werking uitdooft, valt de brander geduren-
de 1 sec stil en herhaalt daarna automatisch het startprogramma
met de herhaling van de startcyclus.
6427
Inbedrijfname, ijking en functionering van de brander
D601
LED *
LED *
*
Uit
Voor overige informatie zie pag.28.
Afb. 26
24
NL
Geel
Groen
D3262
Afb. 27
D3268
Afb. 28
Rood