2.2
Waarborg en aansprakelijkheid
De Fabrikant garandeert zijn nieuwe producten vanaf de datum
van installatie in overeenstemming met de van kracht zijnde nor-
men en/of het verkoopcontract. Controleer bij de eerste inbedrijf-
stelling of de brander onbeschadigd en compleet is.
Door de niet-inachtneming van de inhoud van
deze handleiding, nalatigheid, een verkeerde in-
stallatie en de uitvoering van onbevoegde wijzi-
gingen zal de garantie die door de fabrikant van
OPGELET
de brander geleverd wordt vervallen.
In het bijzonder vervallen de rechten op de garantie en de aan-
sprakelijkheid in geval van schade aan personen en/of voorwer-
pen, als de beschadigingen terug te voeren zijn tot een of
meerdere oorzaken die hieronder beschreven zijn:
onjuiste installatie, inbedrijfstelling, gebruik en onderhoud
van de brander;
oneigenlijk, fout en onredelijk gebruik van de brander;
werkzaamheden door onbevoegd personeel;
uitvoering van onbevoegde wijzigingen aan het apparaat;
gebruik van de brander met veiligheidsinstallaties die defect
zijn, op verkeerde wijze toegepast werden en/of niet functio-
neren;
installatie van extra bestanddelen die niet samen met de
brander gekeurd werden;
toevoer van ongeschikte brandstoffen naar de brander;
defecten in de voedingsinstallatie voor brandstof;
gebruik van de brander in het geval van een defect
reparaties en/of revisies die op verkeerde wijze uitgevoerd
worden;
wijziging van de verbrandingskamer door het aanbrengen
van inzetstukken die de regelmatige ontwikkeling van de
vlam, vastgelegd bij de constructie, beletten;
onvoldoende en ongeschikte toezicht en zorg voor de com-
ponenten van de brander die het meest aan slijtage onder-
hevig zijn;
gebruik van niet-originele componenten, ongeacht of het
reserveonderdelen, een kit, accessoires of opties betreft;
overmacht.
De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor
het niet in acht nemen van hetgeen in deze handleiding be-
schreven wordt.
2.3
Richtlijn voor het gebruik van biobrandstof mengsels tot 10%
Voorwoord
Gezien de groeiende aandacht voor hernieuwbare en duurzame
energiebronnen, zal het gebruik van biobrandstof sterk toene-
men. Riello houdt zich bezig met de aanbeveling van energiebe-
sparing en het gebruik van hernieuwbare energie geproduceerd
door duurzame energiebronnen, zoals vloeibare biobrandstoffen.
Als het gebruik van dergelijke brandstoffen gepland wordt, moet
rekening gehouden worden met een aantal technische aspecten
die mogelijke defecten aan de apparatuur of het gevaar voor
lekkage kunnen beperken.
Vloeibare biobrandstof is een algemene omschrijving die gebruikt
wordt voor olie afkomstig van talloze grondstoffen, zoals gerecy-
clede keukenolie. Dit soort olie moet gescheiden van de standaard
mineraal- en fossiele brandstoffen behandeld worden aangezien
ze doorgaans zuurder, hygroscopisch en minder stabiel zijn.
Om deze reden is een holistische benadering nodig voor de speci-
ficatie van brandbare biobrandstoffen, de opslag van brandstof, de
olie toevoerleidingen en de noodzakelijke uitrusting en, nog meer
van belang, de filtering van de olie en de brander. De vereisten van
Algemene informatie en waarschuwingen
5
De Riello garantie is onderworpen aan de juiste combinatie tus-
sen de brander, de apparaten en de toepassingen en configura-
ties ervan in overeenstemming met de instructies en richtlijnen
van Riello. De componenten van de hydraulische installatie die
geschikt zijn voor het gebruik van een biobrandstof en die door
Riello geleverd worden, zijn biocompatibele gemaakt van materi-
alen. Mogelijke schade veroorzaakt door het gebruik van compo-
nenten die niet als biobrandstof omschreven zijn, wordt niet door
de garantie gedekt. Neem in het geval van twijfel en voor tips
contact op met Riello.
De componenten van de hydraulische installatie kunnen bescha-
digd raken als Riello branders gebruikt met brandstoffen met een
biologisch mengsel >10%. In dit geval zal het recht op garantie
verloren gaan. De hydraulische installatie bevat:
– Pomp
– Pulsator (indien van toepassing)
– Blok met kleppen
– Flexibele olieleidingen (gezien als consumptiemateriaal)
1.
Ongeacht de garantie die door Riello geleverd wordt in het
geval van een correcte functionering of constructiefouten,
zal Riello geen stilzwijgende of uitdrukkelijke garantie leve-
ren of zich verantwoordelijk achten als gebruik gemaakt
wordt van brandstoffen die niet aan de normen voldoen, als
de brandstof op verkeerde wijze opgeslagen wordt, als de
gebruikte apparatuur geschikt is of als de defecten direct of
indirect te wijten zijn aan een verkeerd opslag en/of de niet-
inachtneming van deze aanwijzingen.
2.
Riello heeft de vereisten van de biocompatibele componen-
ten, inclusief de flexibele olieleidingen ter bescherming van
de pomp, de veiligheidsklep en de verstuiver, zorgvuldig
gekozen. De garantie van Riello is onderworpen aan het
gebruik van originele Riello componenten, inclusief de olie-
leidingen.
3.
De defecten veroorzaakt door de ingebruikname of onjuist
onderhoud door technisch onderhoudspersoneel dat niet
voor Riello werkt, alsmede de eventuele problemen die
door andere oorzaken aan de brander veroorzaakt zijn,
worden niet door de garantie van Riello gedekt.
FAME vloeibare brandstof (methyleen van vetzuren) is zeer be-
langrijk voor een betrouwbare functionering van de apparatuur.
Een minimum vereiste is dat het brandstofmengsel (biologisch tot
10%) in overeenstemming met de desbetreffende EN normen, de
regionale wetgeving en FAME in overeenstemming met EN
14214 een derivaat van stookolie is. Het is bovendien belangrijk
dat de brandstofmengsels voldoen aan de wettelijke vereisten
voor de omgevingsomstandigheden die in overeenstemming met
de EN normen voor het gebruik vastgesteld zijn.
Controleer, tijdens de keuze van de Riello producten op olie die
met biobrandstof gebruikt zullen worden, of een biocompatibele
brander en/of componenten aanwezig is. Als een bestaande
brander met een vloeibaar biobrandstof moet functioneren, dan
is een kit vereist om de brander biocompatibel te maken. Neem
de aanwijzingen inzake de opslag en de filtering van de olie in
acht. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor de grondige con-
trole van de mogelijke gevaren die aan het invoeren van een bio-
brandstof en aan de geschiktheid van de apparaten en de
toepasbare installatie verbonden zijn.
NL
6427