met de
-toets.
ENTER
4 .
Begin met de training. U kunt met de pijltoetsen het
gewenste inspanningsniveau (1-58 Nm) instellen. De
stippen geven de intensiteit van de training weer. Hoe
hoger de stippen, hoe zwaarder de inspanning.Tijdens
de training kunt u met de
ENTER
de hartslag tijdens de training afbeelden. Voor het tonen
van de hartslag is hartslagmeting vereist.
5 .
Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
6 .
U beëindigt het trainingsprogramma door twee
keer op de STOP-knop te drukken, en het monitor
gaat terug in de startmodus, of door eenmaal op de
-toets te drukken, daarna u kunt de training in
MEMORY
het geheugen opslaan.
T-TRAINER
Met het T-Trainer-programma kunt u trainen met zes
verschillende voorgeprogrammeerde trainingsmodellen
met pauzes. Na een trainingsperiode van twee minuten
is er cooldownfase van een minuut. Het monitordisplay
toont de prestatie, tijd, trainingssnelheid alsmede de
spiergroepen waarop de betreffende training het meest
effect heeft.
1.
Druk op de
-toets. Op het display
T-TRAINER
verschijnt een van de zes trainingsmodellen.
Hierna verschijnt het display dat het hartslag- en
weerstandsniveau aangeeft. Begin de training door
de aanwijzingen op het display op te volgen. Elk
trainingstype duurt twee minuten.
2 .
Het programma gaat automatisch over in een
cooldownfase van een minuut. Na afloop van de
cooldownfase gaat het programma automatisch over
naar het volgende trainingsmodel.
3 .
Door op de
-toets te drukken gaat het
ENTER
programma steeds naar de volgende stap, dus of naar
een trainingsmodel of naar de cooldownfase.
4 .
Beëindig de T-Trainer -training door op de
toets te drukken, waarna het opstartmenu getoond
wordt.
ROLLING HILLS (VOORGEPROGRAMMEERDE
TRAININGSPROGRAMMA'S MET CONSTANTE
WEERSTAND)
1.
Druk op het
ROLLING HILLS
2 .
Kies met de pijltoetsen het gewenste profiel (P1-P5).
Bevestig de instelling met de
3 .
Kies met de pijltoetsen de door u gewenste
streefwaarde: de duur in tijd (
minuten), of in afstand (
SET DISTANCE
Bevestig de instelling met de
4 .
Stel de gewenste streefwaarde in met de pijltoetsen en
bevestig de instelling met de
ENTER
5 .
Begin met de training. U kunt met de pijltoetsen
het gewenste inspanningsniveau instellen. De stippen
geven de intensiteit van de training weer. Hoe hoger de
stippen, hoe zwaarder de inspanning. Tijdens de training
kunt u met de
-toets wisselen tussen de weergave
ENTER
van weerstand en hartslag. Voor hartslagweergave is
-knop de weerstand of
-
RESET
-toets.
-toets.
ENTER
, 10 -180
SET TIME
, 3-100 km).
-toets.
ENTER
-toets.
H A N D L E I D I N G
hartslagmeting vereist.
6 .
Wanneer de streefwaarde is bereikt, geeft de monitor
een geluidssignaal. U kunt echter gewoon doorgaan als
u wilt.
7.
U beëindigt het trainingsprogramma door twee keer
op de
-knop te drukken, en het monitor gaat terug
STOP
in de startmodus, of door eenmaal op de
te drukken, daarna u kunt de training in het geheugen
opslaan.
•
P R O F I E L P 1
Intensiviteitsprofiel met drie
pieken voor verbetering van de zuurstofopname.
De pieken duren vrij lang, maar met de instestelde
waarden het profiel is geschikt voor beginners. Bij
standaardinstellingen is de gemiddelde weerstand 14
Nm, de hoogste weerstand 17 Nm.
•
P R O F I E L P 2
Intensiviteitsprofiel met drie pieken
voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken
zijn vrij kort. Het profiel is geschikt voor beginners. Bij
standaardinstellingen is de gemiddelde weerstand 14
Nm, de hoogste weerstand 21 Nm.
•
P R O F I E L P 3
Intensiviteitsprofiel met vele pieken
om de explosieve kracht te verbeteren. De inspanning
wordt onregelmatig gevarieerd en de pieken duren
vrij kort. Het profiel is geschikt voor iedereen. Bij
standaardinstellingen is de gemiddelde weerstand 16
Nm, de hoogste weerstand 20 Nm.
•
P R O F I E L P4
Intensief bergop-profiel voor
verbetering van het uithoudingsvermogen. De vrij
lange pieken worden steeds hoger. Het profiel is vooral
geschikt voor personen met een goede conditie. Bij
standaardinstellingen is de gemiddelde weerstand 19
Nm, de hoogste weerstand 29 Nm.
•
P R O F I E L P 5
Regelmatig intensief intervalprofiel,
met duidelijk te onderscheiden piek- en basisvermogen.
Bij standaardinstellingen is de gemiddelde weerstand
19 Nm, de hoogste weerstand 28 Nm. Let op, in dit
profiel kunt u apart overschakelen tussen piek- en
basisweerstanden.
HRC INTERVAL (VOORGEPROGRAMMEERDE
TRAININGSPROGRAMMA'S MET CONSTANTE
HARTSLAG )
Bij deze programma's is tijdens de training het meten
van de hartslag noodzakelijk.
1.
Druk op het
HRC INTERVAL
2 .
Kies met de pijltoetsen het gewenste profiel (P1-P5).
Bevestig de instelling met de
3 .
Kies met de pijltoetsen de door u gewenste
streefwaarde: de duur in tijd (
minuten), of in afstand (
SET DISTANCE
Bevestig de instelling met de
4 .
Stel de gewenste streefwaarde in met de pijltoetsen en
bevestig de instelling met de
ENTER
5 .
Begin met de training. Met de pijltoetsen kunt u de
waarde van de ingestelde hartfrequentie wijzigen. De
•
C 8 5
-toets
MEMORY
-toets.
-toets.
ENTER
, 10 -180
SET TIME
, 3-100 km).
-toets.
ENTER
-toets.
N L
43