letter i tegen een gele achtergrond. De instructieteksten
verdwijnen van het display als u op
Het programma van de monitor kan met een pc
geupdate worden; voor aansluiting op de pc bevindt zich
aan de achterkant van de monitor een USB-aansluiting.
INSTELLING VAN GEBRUIKERGEGEVENS
Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen
en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze
informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw
persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen
met welke meeteenheden het toestel moet werken
en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Met
uw gebruikerscode kunt u ook uw zojuist afgesloten
training opslaan.
Kies de taal als volgt:
1.
Kies met de pijltoetsen Snelstart (Just Go). Bevestig
uw keuze met de
2 .
Kies met de pijltoetsen de Instellingen-functie (Edit)
en bevestig uw keuze met de
3 .
Kies de taal met de pijltoetsen. Bevestig uw keuze
met de
-toets waarna het begindisplay van de
ENTER
keuzefuncties weer verschijnt. Door op de
te drukken keert u weer terug naar het opstartmenu.
Bij het alternatief Just Go worden de
gebruikersinstellingen niet in gebruik genomen. U kunt
de training direct starten door de toets voor de gewenste
training in te drukken.
BELANGRIJK!
Bij Just Go kan de uitgevoerde training niet worden
opgeslagen.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
1.
Kies met de pijltoets gebruikerscode 1-4. Bevestig de
instelling met de
2 .
Kies met de pijltoets
instelling met de
3 .
Kies de taal met de pijltoets. Bevestig de instelling
met de
-toets.
ENTER
4 .
Stel de meeteenheden in (gegevens volgens het
metrische systeem: Metric1 (km, kg, cm, kcal), Metric2
(km, kg, cm, kJ), gegevens in Engelse eenheden:
Imperial1, Imperial2) met de pijltoetsen. Bevestig de
instelling met de
5 .
Maak een keuze op het
km/h). Bevestig uw keuze met de
de volgende instelling getoond wordt.
6 .
Geef uw gewicht op. Verander de instelling met de
pijltoetsen. Bevestig de instelling met de
7.
Geef met de pijltoets uw lengte op. Bevestig de
instelling met de
8 .
Stel het geslacht in (Male = man / Female = vrouw):
verander de instelling met de pijltoetsen. Bevestig de
instelling met de
9 .
Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander de
instelling met de pijltoetsen. Bevestig de instelling met
de
-toets.
ENTER
10 .
Geef uw maximale hartslag op met de pijltoetsen.
42
drukt.
ENTER
-toets.
ENTER
-toets.
ENTER
ENTER
-toets.
ENTER
-functie. Bevestig de
SETTINGS
-toets.
ENTER
-toets.
ENTER
-display (RPM of
SPEED
-toets, waarna
ENTER
ENTER
-toets.
ENTER
-toets.
ENTER
De monitor schat de maximale hartslag door berekening
op basis van de eerdere gegevens van de gebruiker, met
de formule 208 - 0,7 x leeftijd. Als u uw maximale
hartslag precies weet, kunt u de door de monitor
geschatte waarde corrigeren. Bevestig de instelling met
de
-toets.
ENTER
11.
Stel uw aërobische drempelhartslag in met de
pijltoetsen. De monitor berekent de drempelhartslag
(60% van de maximale hartslag). Als u uw aërobische
drempelhartslag precies weet, kunt u de schatting van
de monitor corrigeren. Bevestig de instelling met de
-toets.
ENTER
12 .
Stel uw anaërobische drempelhartslag in met de
pijltoetsen. De monitor berekent de drempelhartslag
(80% van de maximale hartslag). Als u uw anaërobische
drempelhartslag precies weet, kunt u de schatting van
de monitor corrigeren. Accepteer uw keuze met
waarna u vanzelf terugkeert naar het beginscherm van
de functie
SETTINGS
Nadat u de gebruikersgegevens heeft ingesteld, kunt u
daarvan in het vervolg profiteren: geef voordat u gaat
trainen uw eigen gebruikersnaam op met de pijltoetsen.
Daarna kunt u met de training beginnen door op de
gewenste functietoets te drukken.
-toets
Door in het beginscherm van de functie
kiezen voor Terug, keert u terug naar de begintoestand
van de monitor zonder iets in te stellen. Als u in het
beginscherm van de functie
komt een samenvatting van de trainigsgegevens van
de gekozen gebruiker op het scherm. U kunt hier de
gegevens van de laatste training of een samenvatting
van alle trainigen van een gebruiker bekijken. Met
Terug komt u weer op het beginscherm van de functie
. Als u in het beginscherm van de functie
SETTINGS
kiest voor Verwijder, wist u de gebruiker
SETTINGS
en de bijbehorende gegevens uit het geheugen van de
meter.
QUICK START
1.
Druk op het
QUICK START
training door te gaan fietsen.
2 .
U kunt met de pijltoetsen het gewenste
inspanningsniveau (1-58 Nm) instellen. De stippen
geven de intensiteit van de training weer. Hoe hoger de
stippen, hoe zwaarder de inspanning.
3 .
U beëindigt het trainingsprogramma door twee keer
op de
-knop te drukken, en het monitor gaat terug
STOP
in de startmodus, of door eenmaal op de
te drukken, daarna u kunt de training in het geheugen
opslaan.
-toets.
MANUAL PROGRAMMA
1.
Druk op het
MANUAL
2 .
Kies met de pijltoetsen de door u gewenste
streefwaarde voor de training: :de duur in tijd
(
, 10 -180 minuten), in afstand (
SET TIME
, 3-100 km), of in calorieverbruik (200-
DISTANCE
8000 kJ). Bevestig de instelling met de
3 .
Stel de duur van het profiel in. Bevestig de instelling
ENTER
.
SETTINGS
kiest voor Log,
SETTINGS
-toets en begin met de
MEMORY
-toets.
SET
-toets.
ENTER
,
te
-toets