Gedrag van de functie voor activering systeem en herstel fouten
Signaal op de klem
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Tabel 24: Activering systeem en reset fouten
6.6.13.5 Instelling van de detectie van lage druk
De activering van de functie voor detectie van lage druk genereert de blokkering van het systeem na de tijd T1
(zie T1: Tempo di spegnimento dopo il segnale bassa pressione par. 6.6.2). De functie is bestemd om de
ingang te verbinden met het signaal dat afkomstig is van een drukschakelaar die een te lage druk op de
pompaanzuiging signaleert.
Wanneer deze functie actief is, wordt het symbool F4 weergegeven op de STATUS-regel van de hoofdpagina.
Wanneer men in de foutconditie F4 is, moet de ingang tenminste 2 seconden gedeactiveerd zijn geweest
voordat het systeem uit de blokkering komt. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 25.
Wanneer er meerdere functies voor detectie van lage druk tegelijkertijd op verschillende ingangen
geconfigureerd zijn, zal het systeem F4 signaleren wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt en het
alarm opheffen wanneer er geen enkele functie geactiveerd is.
Gedrag van de functie voor detectie van het lagedruksignaal
Signaal op de klem
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Tabel 25: Detectie van het lagedruksignaal
6.6.14 Set-up van de uitgangen OUT1, OUT2
In deze paragraaf worden de functies en de mogelijke configuraties van de uitgangen OUT1 en OUT2 door
middel van de parameters O1 en O2 beschreven.
Zie voor de elektrische aansluitingen par. 2.2.4.
De fabrieksconfiguraties zijn te zien in Tabel 26.
Fabrieksconfiguraties van de uitgangen
Uitgang
OUT 1
2
OUT 2
2
Tabel 26: fabrieksconfiguraties van de uitgangen
NEDERLANDS
Configuratie
ingang
5 (NO)
Normaal
5 (NC)
Systeem gedeactiveerd
6 (NO)
Systeem gedeactiveerd
6 (NC)
Normaal
7 (NO)
Normaal
Systeem gedeactiveerd + reset van de
7 (NC)
blokkeringen
Systeem gedeactiveerd + reset van de
8 (NO)
blokkeringen
8 (NC)
Normaal
9 (NO)
Reset van de blokkeringen
Configuratie
ingang
10 (NO)
Normaal
Blokkering van het systeem wegens
10 (NC)
lage druk op de aanzuiging
Blokkering van het systeem wegens
11 (NO)
lage druk op de aanzuiging
11 (NC)
Normaal
Waarde
(fault NO gaat dicht)
(Pomp in bedrijf NO gaat dicht)
Werking
Werking
372
Weergave op display
Geen
F3
F3
Geen
Geen
F3
F3
Geen
Geen
Weergave op display
Geen
F4
F4
Geen