Instelling Functie Ingang Hulpdruk; Instelling Activering Van Het Systeem En Reset Fouten; Tabel 22: Functie Externe Vlotter; Tabel 23: Hulp-Setpoint - DAB MCE-22/P Instructions Pour L'installation Et La Maintenance

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 113
Het systeem zal pas blokkeren en de fout F1 signaleren nadat de ingang tenminste 1sec. lang geactiveerd is
geweest.
Wanneer men in de foutconditie F1 is, moet de ingang tenminste 30 seconden gedeactiveerd zijn geweest
voordat het systeem uit de blokkering komt. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 22.
Wanneer er meerdere vlotterfuncties tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd zijn, zal het
systeem F1 signaleren wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt en het alarm opheffen wanneer er
geen enkele functie geactiveerd is.
Signaal op de klem
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd

Tabel 22: Functie externe vlotter

6.6.13.3 Instelling functie ingang hulpdruk

De hulpdrukfunctie verandert het setpoint van het systeem van de druk SP (zie par. 6.3) bij de druk Pi (zie
Impostazione funzione ingresso pressione ausiliaria par. 6.6.13.3) waar i de gebruikte ingang aangeeft. Op
deze manier zullen naast SP nog vier andere drukwaarden P1, P2, P3, P4 beschikbaar komen.
Wanneer deze functie actief is, wordt het symbool Pi weergegeven op de STATUS-regel van de hoofdpagina.
Het systeem kan alleen met hulp-setpoints werken als de ingang tenminste 1 sec. actief is geweest.
Wanneer men met hulp-setpoints werkt, moet, om weer met de setpoint SP te gaan werken, de ingang
tenminste 1sec. niet actief zijn geweest. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 23.
Wanneer er meerdere hulpdrukfuncties tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd zijn, zal het
systeem Pi signaleren wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt. Voor gelijktijdige activeringen zal de
gerealiseerde druk de laagste druk zijn van de drukwaarden met actieve ingang. Het alarm wordt opgeheven
wanneer er geen enkele ingang geactiveerd is.
Signaal op de klem
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd
Ingang niet bekrachtigd
Ingang bekrachtigd

Tabel 23: Hulp-setpoint

6.6.13.4 Instelling activering van het systeem en reset fouten

Wanneer de functie actief is, wordt het systeem volledig gedeactiveerd en wordt F3 weergegeven in de
STATUS-regel van de hoofdpagina.
Wanneer er meerdere functies voor systeemactivering tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd
zijn, zal het systeem F3 signaleren wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt en het alarm opheffen
wanneer er geen enkele functie geactiveerd is.
Het systeem kan de deactiveringsfunctie pas effectief maken wanneer de ingang tenminste 1 sec. actief is
geweest.
Wanneer het systeem gedeactiveerd is, moet, om de functie te deactiveren (activering van het systeem), de
ingang minstens 1 sec. niet actief zijn. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 24.
Wanneer er meerdere deactiveringsuncties tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd zijn, zal het
systeem F3 signaleren wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt. Het alarm wordt opgeheven
wanneer er geen enkele ingang geactiveerd is.
NEDERLANDS
Gedrag van de functie externe vlotter
Configuratie
ingang
1 (NO)
Normaal
Blokkering van het systeem wegens
1 (NC)
door externe vlotter gesignaleerd
ontbreken van water
Blokkering van het systeem wegens
2 (NO)
door externe vlotter gesignaleerd
ontbreken van water
2 (NC)
Normaal
Gedrag van de hulpdrukfunctie
Configuratie
ingang
3 (NO)
Hulp-setpoint niet actief
3 (NC)
Hulp-setpoint actief
4 (NO)
Hulp-setpoint actief
4 (NC)
Hulp-setpoint niet actief
371
Werking
Werking
Weergave op display
Geen
F1
F1
Geen
Weergave op display
Geen
Pi
Pi
Geen

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Mce-15/pMce-11/p

Table des Matières