12
Gebruik
4.7 Hellingen
Helling oprijden
Waarschuwing!
Rijd nooit een helling op met een
hellingshoek van meer dan 5°.
Als u de rolstoel zelf voortbeweegt, houd dan
altijd de hoepels vast, zodat de rolstoel niet
uit eigen beweging gaat rijden.
De rolstoel is op een helling minder stabiel.
Rijd niet op hellingen als de zitting gekanteld
is.
De begeleider die de rolstoel voortbeweegt,
moet blijven duwen om te voorkomen dat de
rolstoel uit eigen beweging gaat rijden.
Zet de rolstoel op de rem als er niet of
onvoldoende wordt geduwd.
Helling afrijden
Waarschuwing!
De rolstoel zal uit zichzelf naar beneden
rijden.
Als u de rolstoel zelf voortbeweegt, regel
dan met beide handen de snelheid van de
hoepels.
De begeleider die de rolstoel voortbeweegt,
moet de rolstoel afremmen aan de
duwhandvatten.
Voorkom dat de rolstoel een te hoge snelheid
behaalt.
Ibis
11