Onderhoud En Verhelpen Van Storingen; Onderhoud Door De Gebruiker; Reiniging Van Het Apparaat - Enraf Nonius Endolaser 422 Mode D'emploi

Zoals eerder vermeld, is de Endolaser een bandgenerator met een IR-diodelaser, die is ontworpen en
gefabriceerd volgens nationale en internationale veiligheidsstandaarden (zie bijlage) en wordt
geclassificeerd als KLASSE III B-laserapparatuur. Wees u er echter van bewust dat voorzichtigheid
geboden is bij de bediening van deze apparatuur om het gevaar (dat als zeer laag wordt beschouwd,
gezien de vermogensspecificaties met betrekking tot de IR-diodestraling) te verminderen van een
lichtbronlaser die van nature monochromatisch, richtingsgevoelig, coherent en stralend is.
LET OP:
De laserstraling die het apparaat uitstraalt, is van nature gevaarlijk: draag altijd de speciale veiligheidsbril;
kijk nooit met onbeschermde ogen of optische instrumenten naar de stralenbundel; vermijd
onbeschermde blootstelling aan de stralenbundel; vermijd blootstelling van de ogen aan rechtstreekse of
verstrooide straling.
Rechtstreekse blootstelling aan de laserstraling gedurende een fractie van een seconde zal zeker geen
probleem vormen, maar aanhoudende blootstelling zal een schadelijke uitwerking hebben. Elke schade is
rechtstreeks gerelateerd aan het uitgestraalde vermogen.

6 Onderhoud en verhelpen van storingen

6.1

Onderhoud door de gebruiker

Het Endolaser-apparaat voor lasertherapie vereist buiten reiniging geen ander onderhoud.
WAARSCHUWING:
•
Voordat er onderhouds- of reinigingsprocedures aan het apparaat worden uitgevoerd, dient u het
apparaat met de schakelaar op het achterpaneel UIT TE SCHAKELEN en het van de
netspanning los te koppelen.
•
Om de veilige werking van het apparaat voor de patiënt te garanderen is het raadzaam dat
(minstens elke 2 jaar) een controle van het apparaat wordt uitgevoerd door een geautoriseerde
technicus van Enraf Nonius.
•
Voor optimaal gebruik van de apparatuur en om de maximale prestaties te garanderen, wordt
aanbevolen dat de onderhoudswerkzaamheden correct en op de aanbevolen tijden worden
uitgevoerd.
6.1.1

Reiniging van het apparaat

Reinig de buitenkant van het apparaat met een schone, zachte doek die is bevochtigd met lauw water en
een niet-schurend vloeibaar reinigingsmiddel voor huishoudelijk gebruik. (Gebruik geen schurende of
alcoholhoudende oplossingen) Het voorpaneel kunt u op dezelfde manier reinigen.
AANDACHTSPUNTEN:
1. De reiniging en bijbehorende desinfectie (sonde en apparatuur) moeten systematisch worden
uitgevoerd voordat de therapeutische behandeling aan de patiënt wordt toegediend.
2. Voor het reinigen van de buitenkant van de apparatuur mogen geen reinigingsmiddelen,
zuurhoudende oplossingen, schurende of bijtende oplossingen of brandbare stoffen worden
gebruikt.
3. Bij gebruik van een hierboven genoemde stof of bij onjuist gebruik van de accessoires zal er
onherstelbare schade aan de apparatuur ontstaan en komt de garantie te vervallen. Spuit of giet
geen vloeistof op de uitwendige onderdelen van de apparatuur of in de luchtopeningen in de
behuizing.
4. Dompel het apparaat niet onder in water.
5. Na het reinigen van de buitenzijde van de apparatuur dient u deze volledig te drogen alvorens het
apparaat in te schakelen.
6. Het apparaat mag in geen geval worden geopend of ontmanteld om de inwendige onderdelen te
reinigen of te controleren. De inwendige onderdelen van de Endolaser-apparatuur hoeven niet te
worden gereinigd en bovendien dienen dergelijke werkzaamheden in alle gevallen uitsluitend
door gespecialiseerde technici van Enraf-Nonius BV te worden uitgevoerd.
7. Controleer regelmatig of de snoerset en de kabels voor aansluiting van de lasersonde intact zijn:
deze mogen nooit beschadigingen of slijtage vertonen
NL
16