grendeltoetsen (30) aan de accu
in en trekt u de accu uit.
Accu opladen
Laat een zonet ontladen accu (25)
ca. 15 minuten lang afkoelen voor-
dat u deze in het laadtoestel (26)
plaatst. .
I
1. Neem eventueel de accu (25)
uit het apparaat.
2. Schuif de accu (25) op het laad-
toestel (26). De accu klikt hoor-
baar vast.
3. Sluit het laadtoestel (26) aan op
een stopcontact.
4. Na een beëindigde laadproce-
dure verbreekt u het laadtoestel
(26) van het stroomnet.
5. Druk de ontgrendeltoetsen (30)
aan de accu (25) in en trek de
accu uit het laadtoestel (26).
Verbruikte accu's
•
Een beduidend kortere werkingsduur
ondanks oplading geeft aan dat de
accu opgebruikt is en vervangen moet
worden. Gebruik uitsluitend een ori-
gineel reserve accupack, dat u via de
klantenserviceafdeling kunt verkrijgen.
•
Neem in ieder geval de telkens gel-
dende veiligheidsinstructies en ook
de bepalingen en aanwijzingen met
betrekking tot de bescherming va het
milieu in acht (zie "Afvalverwerking en
milieubescherming").
Motorolie ingieten en oliepeil
controleren
Zet het apparaat op een effen vloer
1. Draai de olietankdop met meetstaaf
(
7) los en giet olie in de tank. De
olietank bevat 470 ml olie. Gebruik olie
van een bekend merk (bijvoorbeeld
SAE 30).
2. Om het oliepeil te controleren, veegt u
de meetstaaf met een schoon vodje af
en brengt u de meetstaaf weer tot aan
de aanslag in de tank aan.
3. Lees na het uittrekken het
oliepeil aan de meetstaaf af. Het
oliepeil moet zich in het gemar-
keerde veld tussen merkteken
"Minimum" en merkteken "Maxi-
mum" bevinden.
4. Veeg eventueel gemorste olie af
en sluit de olietankdop (
Telkens vóór het maaien contro-
leert u het oliepeil en vult u bij het
bereiken van het onderste punt
van de markering olie bij.
Benzine ingieten
Waarschuwing! Benzine is ont-
vlambaar en schadelijk voor de
gezondheid:
- Benzine in daarvoor voorziene
reservoirs bewaren.
- Tanken uitsluitend in de open
lucht en nooit bij een draaiende
motor of hete machine.
- Tankdeksel voorzichtig openen
opdat de overdruk kan afne-
men.
- Bij het tanken niet roken.
- Huidcontact en het inademen
van de dampen vermijden.
- Gemorste benzine verwijderen.
- Benzine op een veilige afstand
tot vonken, open vlammen en
andere ontstekingsbronnen
houden.
NL
BE
7) terug.
79