NL
Accu aanbrengen/verwijderen
1. Voor het plaatsen van de batterij
(11) in het apparaat, opent u de
batterijafdekking (7) en schuift u
de batterij (11) in het apparaat.
Ze klikt hoorbaar vast.
2. Om de batterij uit het apparaat
te verwijderen, opent u de bat-
terijafdekking (7), drukt u op de
ontgrendelknop (11a) en trekt u
de batterij eruit.
Accu opladen
Laat een zonet ontladen accu (11)
ca. 15 minuten lang afkoelen voor-
dat u deze in het laadtoestel (15)
plaatst. .
1. Neem eventueel de accu (11) uit het
apparaat.
2. Schuif de accu (11) op het laadtoestel
(15). De accu klikt hoorbaar vast.
3. Sluit het laadtoestel (15) aan op een
stopcontact.
4. Na een beëindigde laadprocedure ver-
breekt u het laadtoestel (15) van het
stroomnet.
5. Druk de ontgrendeltoetsen (
aan de accu (11) in en trek de accu uit
het laadtoestel (15).
Verbruikte accu's
•
Een beduidend kortere werkingsduur
ondanks oplading geeft aan dat de
accu opgebruikt is en vervangen moet
worden. Gebruik uitsluitend een ori-
gineel reserve accupack, dat u via de
klantenserviceafdeling kunt verkrijgen.
•
Neem in ieder geval de telkens gel-
dende veiligheidsinstructies en ook
de bepalingen en aanwijzingen met
44
betrekking tot de bescherming va het
milieu in acht (zie "Afvalverwerking en
milieubescherming").
Montage-instructies
Handvatdrager monteren
(niet in het leveringspakket inbegrepen)
F
11a)
B
Vangkooi monteren/ledigen
(niet in het leveringspakket inbegrepen)
De vangkooi wordt in dichtgeklapte toe-
stand geleverd en moet vóór gebruik in het
apparaat gemonteerd worden.
Schakel vóór alle werken aan het
apparaat het apparaat uit en trek de
veiligheidssleutel (
1. Steek de onderste stang (4) in
de behuizing van het apparaat
en schroef ze met vast met een
klemhendel (3), resp. een opvul-
ring.
2. Schroef de middelste stang (2)
met respectievelijk een schroef,
een opvulring en een klemhendel
(3) vast aan de onderste stang
(4).
3. Schroef de bovenste grijpstang
(1) op elke kant met resp. een
schroef, een opvulring en een
klemhendel (3) vast aan de mid-
delste stang (2).
4. Beestig het apparaatsnoer met
de beide kabelklemmen
de draagbalk.
Opgelet: apparaat niet zonder
beschermingsinrichting tegen
stoten bedienen. Gevaar voor
verwondingen!
E
13) eruit.
(22)
aan