NL
•
Defecten die het gevolg zijn van onei-
genlijk gebruik, zijn uitgesloten van de
garantie.
Accu opladen
Bij lage accu keert de robotmaaier auto-
matisch terug naar het laadstation.
Dit doet hij door de dichtstbijzijnde be-
grenzingskabel te vinden en deze tegen
de wijzers van de klok in te volgen.
LED op het laadstation
geen weergave: laadstation niet op het
stroomnet aangesloten
brandt rood: accu wordt op-
geladen
brandt groen: accu volledig
geladen
Laadtoestand van de accu
controleren
U kunt de laadtoestand altijd op het bedie-
ningsveld controleren.
Werkinstructies
Regelmatig maaien stimuleert de bladvor-
ming van het gras en doet tegelijkertijd
onkruid afsterven. Zo krijgt het gazon
na elke maaibeurt grotere densiteit en
ontstaat een gazon dat gelijkmatig tegen
belasting bestand is.
66
knippert groen:
begrenzingskabel be-
schadigd of verkeerd
aangesloten
De eerste maaibeurt gebeurt ongeveer in
april bij een grashoogte van 7-8 cm. In de
groeiperiode wordt het gras minstens een-
maal per week gemaaid.
Maaihoogte instellen
Schakel het apparaat uit en wacht
tot het mes tot stilstand is geko-
men. Er bestaat een risico op
lichamelijk letsel.
Stel het instelwieltje van de maaihoogtere-
geling (3) in op de gewenste maaihoogte.
Het apparaat kan traploos op een maai-
hoogte tussen 20 - 60 mm worden inge-
steld.
De juiste maaihoogte bedraagt bij siergras
ongeveer 30 - 45 mm en bij gebruiksgras
ongeveer 30 - 65 mm
Voor de eerste maaibeurt van het
seizoen moet een hoge maaihoog-
te worden ingesteld.
Bedrijfscyclus handmatig
onderbreken/starten
Bedrijfscyclus onderbreken
Druk op de stop-toets (1) om de robot-
maaier tijdens het werken te stoppen.
Druk op de Home-toets (18) om de robot-
maaier handmatig terug naar het laadsta-
tion (12) te sturen.
Bedrijfscyclus starten/hervatten
Druk op de start-toets (17). De robotmaai-
er start de ingestelde bedrijfscyclus of
hervat zijn voordien onderbroken werk.