Na bedienen van het aandrijfpedaal rijdt
de zitmaaier in de gekozen richting – door
alleen maar de keuzehendel rijrichting te
bedienen zet het apparaat zich niet in
beweging.
Bij een ingedrukt aandrijfpedaal is
de keuzehendel rijrichting om
veiligheidsredenen geblokkeerd.
Voordat u de keuzehendel
rijrichting activeert moet u daarom
eerst het aandrijfpedaal loslaten.
Rijrichting kiezen:
Rijrichting vooruit:
Zet de keuzehendel rijrichting (1) in de
voorste positie.
Rijrichting achteruit:
Zet de keuzehendel rijrichting (1) in de
achterste positie.
8.10 Stuurwiel
Waarschuwing!
Houd het stuurwiel tijdens het rijden
altijd met beide handen vast.
168
Door het stuurwiel (1) naar links L of naar
rechts R te draaien, verandert u de
rijrichting van de zitmaaier.
Hoe verder het stuurwiel (1) wordt
gedraaid, des te kleiner wordt de
draaicirkel.
8.11 Verstellen bestuurdersstoel
De bestuurdersstoel kan in zeven
verschillende standen worden
versteld.
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
13.3)
● Op de bestuurdersstoel plaats nemen
en de rechterhand op het stuurwiel
plaatsen.
1 Til met de linkerhand de verstelhendel
bestuurdersstoel (1) omhoog en houd
deze vast.
2 Bestuurdersstoel (2) in de gewenste
stand zetten. Daarna de verstelhendel
bestuurdersstoel loslaten en laten
vastklikken.
8.12 Aandrijfpedaal
Aanwijzing
Controleer vóór het induwen van
het aandrijfpedaal of de juiste
rijrichting op de keuzehendel
rijrichting is geselecteerd.
Na het aantrekken van de handrem
of het induwen van het rempedaal
kan het aandrijfpedaal niet worden
ingeduwd.
Met behulp van het
aandrijfpedaal wordt de
rijsnelheid traploos geregeld.
0478 192 9909 A - NL