Controle Van De Gasdrukschakelaar; Controle Van De Luchtdrukschakelaar; Test Van Uitschakeling; Intermitterende Functionering - Riello BS1D Instructions Pour L'installation, L'utilisation Et L'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

5.13.3 Controle van de gasdrukschakelaar

Wanneer de gasdrukschakelaar is geopend, is de motor niet ge-
voed. Na verzoek om warmte wordt de gasdrukschakelaar ge-
opend en de motor gestopt, en:
 als de gasdrukschakelaar langer dan 2 minuten open blijft,
wordt de storing getoond door de diagnostiekleds.
 als de gasdrukschakelaar minder dan 2 minuten open blijft,
wordt de storing niet weergegeven.
 als de gasdrukschakelaar opnieuw wordt gesloten, wordt de
motor opnieuw gestart ook als de luchtdrukschakelaar is ge-
opend.
 bij de hersluiting van de gasdrukschakelaar wordt de motor
ongeveer 1 seconde gevoed (om het signaal te herkennen)
en wordt daarna 2 seconden lang stilgelegd om daarna op-
nieuw geactiveerd te worden, als de gasdrukschakelaar lan-
ger dan 2 minuten open blijft.
Als de gasdrukschakelaar wordt geopend tijdens de normale
werking met vlam, wordt de motor onmiddellijk stilgelegd en wor-
den de gaskleppen gesloten. Als de gasdrukschakelaar wordt ge-
opend gedurende de naventilatie of tijdens de continue ventilatie
(indien ingesteld) wordt de motor stilgelegd en blijft deze uitge-
schakeld zolang de gasdrukschakelaar is geopend, en wordt de
storing onmiddellijk getoond door de diagnostiekleds.

5.13.4 Controle van de luchtdrukschakelaar

Wanneer de brander het verzoek om warmte ontvangt, wordt de
luchtdrukschakelaar gecontroleerd, en indien deze is gesloten
(verlijmd) wordt de motor niet gestart en wordt na 2 minuten de
conditie van vergrendeling bereikt.
Als de luchtdrukschakelaar, bij verzoek om warmte na de start
van de motor, niet wordt gesloten binnen 15 seconden van voor-
ventilatie wordt de brander de conditie van vergrendeling gesteld.
In geval van luchtdrukverlies binnen de eerste 15 seconden van
voorventilatie maar voor de laatste 10 seconden, gebeurt een
hercyclus (de tijd van de voorventilatie wordt gestart zodra de
luchtdrukschakelaar stabiel is gesloten).
Als na een hercyclus door luchtdrukverlies zich een nieuw verlies
voordoet, wordt de brander onmiddellijk in de conditie van ver-
grendeling gesteld door gebrek aan lucht.
Als het luchtdrukverlies zich voordoet gedurende de eerste 10
seconden van de voorventilatie (voor het begin van de veiligheid-
stijd) wordt de brander onmiddellijk in de conditie van vergrende-
ling gesteld door gebrek aan lucht.
In geval van luchtdrukverlies na de opening van de klep van de
eerste vlamgang of tijdens de normale werking met vlam bereikt
de brander de conditie van vergrendeling binnen 1s.
De status van de luchtdrukschakelaar beïnvloed de tijd van de
voorventilatie niet.
Als de continue ventilatie is ingesteld, wordt de motor ook gevoed
als de luchtdrukschakelaar is verlijmd maar enkel in de conditie
van geen verzoek om warmte of na 2 minuten indien de vergren-
deling gebeurde na verzoek om warmte.

5.13.5 Test van uitschakeling

Indien, tijdens de functionering, de ontgrendelingsknop of de re-
set op afstand langer dan 5 seconden of korter dan 10 seconden
wordt ingedrukt, zal (om het volgende menu niet te bereiken) de
brander uitgeschakeld worden, de gasklep gesloten worden, de
vlam uitgeschakeld en de startsequentie herhaald.
Als de test van uitschakeling is vrijgegeven, worden het aantal
herhalingen van de startsequentie (zie paragraaf "Herhaling
van cyclus en limiet van de herhalingen" op pag. 27) en het
Installatie
aantal mogelijke ontgrendelingen (zie paragraaf "Externe ver-
grendelingssignalering (S3)" op pag. 28) hersteld.

5.13.6 Intermitterende functionering

Na 24 uur van continue functionering begint de controledoos de
sequentie van de automatische uitschakeling, gevolgd door een
herstart, om een mogelijk defect van de ionisatiesonde te vinden.
Het is mogelijk om de automatische uitschakeling op 1 uur in te
stellen (zie paragraaf "Menu programmering" op pag. 31).
Een wijziging van de parameter van de instelling van de intermit-
terende werking zal operationeel zijn als:
 tijdens het verzoek om warmte de testfunctie van de uitscha-
keling wordt geactiveerd;
 zich vlamverlies voordoet;
 het verzoek om warmte uitgaat en daarna weer aangaat;
 de controledoos wordt uitgeschakeld en opnieuw wordt inge-
schakeld;
 de automatische herstart van de intermitterende functie ge-
beurt (1uur/24uur).
5.13.7 Herhaling van cyclus en limiet van de
herhalingen
De controledoos voorziet de functie voor herhaling van de cyclus,
dus de complete herhaling van de startsequentie, waarmee tot 3
pogingen worden uitgevoerd indien de vlam uitgaat tijdens de
functionering. Indien de vlam tijdens de functionering 4 maal uit-
gaat wordt de brander vergrendeld. Indien tijdens de herhaling
van de cyclus een nieuw verzoek om warmte gebeurt, worden de
drie pogingen hersteld wanneer de thermostaat van verzoek om
warmte wordt omgeschakeld. Wanneer de voeding wordt uitge-
schakeld, in geval van een nieuw verzoek om warmte (voeding
aangebracht op de brander), worden alle mogelijke pogingen tot
herstart hersteld (maximum 3).
5.13.8 Aanwezigheid van vreemd licht of
parasietvlam
De aanwezigheid van een parasietvlam of vreemd licht kan ge-
detecteerd worden in de status van stand-by na verzoek om
warmte.
Als de aanwezigheid van de vlam of van vreemd licht ook in de
status "t2" wordt gedetecteerd, wordt de motor niet gestart tot het
signaal van de vlam verschijnt of tot de vergrendeling gebeurt.
Als na de start van de motor van de ventilator, tijdens de voorven-
tilatie, vreemd licht of een parasietvlam wordt gedetecteerd,
wordt de brander binnen 1 seconden in de conditie van vergren-
deling gesteld.
Als tijdens de hercyclus door verdwijning van de vlam tijdens de
functionering en de consequente herhaling van de startsequentie
de aanwezigheid van parasietvlam of vreemd licht wordt gede-
tecteerd voordat de motor wordt gestart, start de telling van 25
sec. van de controle (van de aanwezigheid van parasietvlam of
vreemd licht), anders wordt de vergrendeling ingesteld binnen 1
seconde.
Het probleem wordt aangeduid door het knipperen van de led (zie
paragraaf "Diagnosefunctie storingen - vergrendelingen" op
pag. 26). Op het einde van ge verzoek om warmte, als de para-
sietvlam aanwezig blijft, wordt de brander na 25 s vergrendeld
door aanwezigheid van de parasietvlam (onafhankelijk van de al
of niet aanwezigheid van naventilatie of continue ventilatie).
De controle van de parasietvlam is ook actief in de statussen van
storing van de netspanning, de frequentie, de interne spanning,
van de status met geopende gasdrukschakelaar.
De controle van de parasietvlam is niet actief tijdens de conditie
van vergrendeling.
27
NL
20135738

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières