Gebruik Van De Drukspuit; Sproeien - Solo 417 Instructions D'emploi

Pulvérisateur à batterie
Masquer les pouces Voir aussi pour 417:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 36
OPGELET:
Giet nooit verschillende sproeimiddelen in
het sproeimiddelreservoir. Als u van sproeimiddel
verandert, dient u het sproeimiddelreservoir en alle
onderdelen die met het sproeimiddel in aanraking
zijn gekomen, grondig te reinigen en met veel
zuiver water te spoelen.
Om te reinigen bevelen wij de SOLO-sproei-
apparaatreiniger (doseerfles van 500 ml,
bestelnr.: 49 00 600).
Nooit agressieve, zuur- en oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen (b.v. benzine) gebruiken.

8 Gebruik van de drukspuit

Hou tijdens het gebruik van de drukspuit
rekening met de veiligheidsvoorschriften.
Controleer overeenkomstig hoofstuk 10 voor elk
gebruik of het volledige apparaat in bedrijfsveilige
toestand verkeert.

8.1 Sproeien

Bij het sproeien van sproeimiddel moet met
behulp van geschikte maatregelen en werkwij-
zen worden verzekerd dat het ongewild vrijko-
men van sproeimiddel op andere oppervlakken
tot een minimum wordt beperkt en het afdrijven
in de omgeving wordt verhinderd.
Tijdens het sproeien dient u uiterst voorzichtig te
zijn.
Gebruik het apparaat niet bij wind of regen, om
te vermijden dat het sproeimiddel over een groot
oppervlak verdeeld raakt.
Voor u begint te werken, dient u de windrichting
te controleren en sproeirichting t.o.v. de bedie-
ner weg van de wind te kiezen.
7 Sproeimiddel aanmaken en sproeimiddelreservoir vullen / 8 Gebruik van de drukspuit
Identificatie van de
reservoirinhoud:
Breng de sticker voor de
reservoirinhoud
herbicide, fungicide of
insecticide aan op het
reservoir.
De omschrijving van het
gebruikte sproeimiddel
moet aan het apparaat
worden aangebracht en
moet bij elke wissel van
sproeimiddel worden
geactualiseerd.
Sproei bij voorkeur 's morgens of 's avonds,
omdat het dan eerder windstil is.
Zorg ervoor dat enkel zaken die echt moeten
worden gesproeid, bevochtigd worden.
Spuit niet in de richting van personen, dieren,
geopende deuren en vensters, auto's of alles
wat door chemicaliën beschadigd kan raken.
Gebruik de voor de toepassing passende
sproeidop.
Bruikbare sproeidoppen: Zie hoofdstuk 13
Tijdens het sproeien dient u te letten op een
gelijkmatige verdeling en homogene bedekking
van het sproeimiddel op de te behandelen
oppervlakken.
Draag het degelijk voorbereide apparaat op de
rug.
Wanneer u de pomp inschakelt, moet het
handventiel gesloten blijven (niet bedienen).
Afhankelijk van het gewenste bereik en de
vereiste dosering, kiest u de werkdruk met de
pomp-tuimelschakelaar.
In stand II schakelt de pomp automatisch uit als
de werkdruk op het handventiel wordt bereikt.
Als de druk tijdens het sproeien daalt, schakelt
de pomp automatisch weer in. Door deze rege-
ling wordt de capaciteit van de accu optimaal
benut.
In stand I wordt de uitschakeldruk ook bij geslo-
ten handventiel niet altijd bereikt, zodat de pomp
dan continu werkt. In dit geval is het aan te be-
velen de pomp tijdens sproeipauzes handmatig
uit te schakelen met de tuimelschakelaar.
Bij langdurige pauzes en op het einde van het
sproeiwerk de pomp altijd uitschakelen met de
tuimelschakelaar.
Laat de pomp nooit draaien terwijl er geen vloei-
stof in het sproeimiddelreservoir zit. Wanneer de
pomp droogt werkt, raakt ze beschadigd.
Sproeien:
Hou de sproeilans aan het handventiel in de hand.
Bedien het handventiel (8) om te spuiten (a).
Het spuiten wordt onderbroken door het los te
laten.
NEDERLANDS 13

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières