7 Sproeimiddel aanmaken en sproeimiddelreservoir vullen
7 Sproeimiddel aanmaken en
sproeimiddelreservoir vullen
Wanneer u met het sproeimiddel omgaat,
dient u absoluut rekening te houden met de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
(meer bepaald met paragraaf 3.4) en de instructies
van de fabrikant van het sproeimiddel.
Voordat de sproeimiddelreservoir wordt ge-
opend, dient u altijd de pomp uit te schake-
len, de laadkabel van de lader uit de laadbus van
het apparaat te trekken en de drukspuit vrij van
druk te maken. Hou bij uitgeschakelde pomp de
sproeilans in het sproeimiddelreservoir of in een
geschikt opvangreservoir voor sproeimiddel en
bedien het handventiel totdat er geen vloeistof
wordt gepompt om het apparaat drukvrij te maken.
Hoeveelheid sproeimiddel:
Maak het sproeimiddel aan volgens de voorschrif-
ten van de fabrikant. De hoeveelheid is afhankelijk
van de effectieve behoefte.
Sproeimiddel aanmaken:
Sproeimiddel enkel in open lucht aanmaken, nooit
in woonruimten, stallingen of opslagruimten voor
levensmiddelen en voeder.
Meng het sproeimiddel nooit rechtstreeks in het
sproeimiddelreservoir.
Poedervormige sproeimiddel:
Maak het sproeimiddel aan in een afzonderlijk
reservoir, niet in het sproeimiddelreservoir!
Meng goed voor – giet het mengsel pas daarna
via de vulzeef in het sproeimiddelreservoir.
Roer het sproeimiddel in het reservoir nogmaals
goed door met behulp van de sproeilans.
Vloeibare sproeimiddel:
Vul het sproeimiddelreservoir voor 1/4 met
zuiver water.
Meng het sproeimiddel in een afzonderlijk
reservoir met zuiver water volgens de instructies
van de fabrikant van het sproeimiddel.
Giet het voorgemengde sproeimiddel via de
vulzeef in het sproeimiddelreservoir.
Voeg volgens de instructies van de fabrikant van
het sproeimiddel voldoende zuiver water toe.
Roer het sproeimiddel in het reservoir nogmaals
goed door met behulp van de sproeilans.
Bij gebruik van sproeimiddelen die aangemaakt
zijn op basis van plantaardige preparaten, dient u
er op te letten dat de vloeistof voor het vullen goed
wordt voorgefilterd, zodat de vulzeef niet verstopt
raakt.
NEDERLANDS 12
Sproeimiddelreservoir vullen:
Voor en tijdens het vullen van vloeistoffen in
de sproeimiddelreservori dient u er altijd op
te letten dat de pomp is uitgeschakeld (stand "O"
van de pomp-tuimelschakelaar) en dat het hand-
ventiel (8) en de aflaatklep (18) gesloten zijn.
Neem het apparat van de rug en zet deze op een
geschikte plaats op de grond.
Om het apparaat te vullen, moet steeds de bijgele-
verde vulzeef worden gebruikt. De vulprocedure
moet voor de volledige duur worden bewaakt.
Controleer voor het vullen als de vulzeef vuil of
beschadigd is.
Vulzeef reinigen: Zie paragraaf 9.8
Als de vulzeef beschadigd is, dient u ze te
vervangen door het originele SOLO-wisselstuk
(maasbreedte: 1,65 mm, bestelnr.: 42 00 166 25).
Een directe verbinding tussen de vulslang en de
inhoud van het reservoir moet worden vermeden.
Aan de zijkant van het sproeimiddelreservoir (1)
zijn markeringen voor het vulvolume aangebracht.
Het sproeimiddelreservoir heeft een maximaal
vulvolume van 18 liter (bovenste markering).
Sproeimiddel mag niet voorbij de bovenste marke-
ring (max. capaciteit) in het reservoir worden
gegoten.
Voorkom dat het sproeimiddelreservoir overloopt,
dat openbare waterlopen, regen- en riolerings-
kanalen verontreinigd raken.
Veeg gemorst sproeimiddel onmiddellijk weg.
Na het vullen het afsluitdeksel (2) op de vulopening
goed afsluiten, zodat er geen sproeimiddel kan
uitlopen.