2 Voorbereiding van het werk
2.1 In elkaar zetten
Voor de verzending werd de drukspuit nog niet
volledig gemonteerd. Het apparaat mag uitsluitend
in volledig gemonteerde toestand in gebruik
worden genomen!
Montage van de sproeilans:
x
Plaats de dopmoer (Fig. 2, pos. 9) er recht op en
schroef de sproeilans (6) met O-Ring (16x3 mm)
handmatig vast op het handventiel (5).
Geen gereedschap gebruiken!
De sproeilans wordt op de klem van de pompgreep
gemonteerd, als er niet mee wordt gewerkt, en
houd. Daarbij moet de sproeidop naar boven
wijzen (Fig. 1).
Montage van de manometer (afhankelijk van het
model):
x
Zwarte afdekkap van de handventiel schroeven.
x
Zwarte dopmoeren uit de manometeraccessoire-
set aan de handventiel schroeven.
x
O-ring in de dopmoer plaatsen en manometer
handvast in de dopmoer schroeven.
Geen gereedschap gebruiken!
2.2 Sproeidoppen en filterinzetstuk
In de fabriek is als standaardsproiedop een rood
vlakstraaldop 04-F110 gemonteerd.
Afgiftehoeveelheid: Zie hoofdstuk 10
In het hoekstuk is vóór de sproeidop een filterinzet-
stuk geplaatst (Fig. 2).
In deze drukspuit mogen uitsluitend de in hoofd-
stuk 10 vermelde sproeidoppen en het originele
filterinzetstuk (bestelnr.: 40 74 922 25, maasbreed-
te: 0,8 mm) worden gebruikt.
Sproeidop en filterinzetstuk vervangen:
Zie paragraaf 5.3
2.3 Draagriemen
De draagriemen kan met behulp van klemschuiver
worden ingesteld op de vereiste lengte.
2.4 Testwerking
Tijdens de eerste ingebruikname, aan het begin
van het sproeiseizoen en bij frequent gebruik
minstens maandelijks moet aan de hand van het
proefdraaien het volledige apparaat worden
gecontroleerd overeenkomstig paragraaf 5.1.
2 Voorbereiding van het work / 3 Sproeimiddel aanmaken, sproeimiddelreservoir vullen
3 Sproeimiddel aanmaken,
sproeimiddelreservoir vullen
Wanneer u met het sproeimiddel omgaat,
dient u absoluut rekening te houden met de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
(meer bepaald met paragraaf 1.3) en de instructies
van de fabrikant van het sproeimiddel.
Voordat de sproeimiddelreservoir wordt geopend,
moet de drukspuit vrij van druk worden gemaakt
door aan het veiligheidsventiel (4) te trekken
(Fig. 3)!
De drukspuit moet altijd verticaal staan, voordat er
aan het veiligheidsventiel wordt getrokken.
Attentie: Niet in de buurt van het gezicht houden!
Hoeveelheid sproeimiddel:
Maak het sproeimiddel aan volgens de voorschrif-
ten van de fabrikant. De hoeveelheid is afhankelijk
van de effectieve behoefte.
Sproeimiddel aanmaken:
Sproeimiddel enkel in open lucht aanmaken, nooit
in woonruimten, stallingen of opslagruimten voor
levensmiddelen en voeder. Meng het sproeimiddel
nooit rechtstreeks in het sproeimiddelreservoir.
Poedervormige sproeimiddel:
x
Maak het sproeimiddel aan in een afzonderlijk
reservoir, niet in het sproeimiddelreservoir!
x
Meng goed voor – giet het mengsel pas daarna
via de vulzeef in het sproeimiddelreservoir.
x
Roer het sproeimiddel in het reservoir nogmaals
goed door met behulp van de sproeilans.
Vloeibare sproeimiddel:
x
Vul het sproeimiddelreservoir voor 1/4 met
zuiver water.
x
Meng het sproeimiddel in een afzonderlijk
reservoir met zuiver water volgens de instructies
van de fabrikant van het sproeimiddel.
x
Giet het voorgemengde sproeimiddel in het
sproeimiddelreservoir.
x
Voeg volgens de instructies van de fabrikant van
het sproeimiddel voldoende zuiver water toe.
x
Roer het sproeimiddel in het reservoir nogmaals
goed door met behulp van de sproeilans.
Bij gebruik van sproeimiddelen die aangemaakt
zijn op basis van plantaardige preparaten, dient u
er op te letten dat de vloeistof voor het vullen goed
wordt voorgefilterd.
Sproeimiddelreservoir vullen:
De pomp wordt eruit geschroefd om de spuitvloei-
stof bij te vullen. Schuif dan de pompgreep (3) naar
beneden en draai deze naar links (tegen de wijzers
van de klok in), totdat de greep inklikt. De pomp
eruit schroeven tegen de wijzers van de klok in.
Geen gereedschap gebruiken!
NEDERLANDS 7