WA A R S C H U W I N G
Indien er bij het terugtrekken van het systeem in de implantatiecatheter een sterke weerstand te
bemerken is, in geen geval hard aan het toedieningssysteem trekken. De coil zou dan voortijdig af-
geworpen kunnen worden.
In het geval van een onjuiste positionering van de Nit-Occlud® Lê VSD-coil moet deze in de implan-
tatiecatheter teruggetrokken worden en de implantatie herhaald worden. De coil zou onverwachts
van de catheter los kunnen raken en een embolisatie tot gevolg kunnen hebben. In dit geval dient
eerst de interventionele verwijdering van de coil d.m.v. de vanglus overwogen te worden. Mocht dit
niet lukken, dan dient de patiënt volledig gehepariniseerd en ter explantatie naar de operatiekamer
gebracht te worden. Tegelijkertijd kan dan het ventrikelseptumdefect operatief worden gesloten.
Er mag nooit een poging ondernomen worden om een afgeworpen coil met het toedieningssysteem
te verbinden.
❼
Afwerpen van de coil
• • Nadat de correcte en veilige configuratie van de coil in het defect d.m.v. een echografie en angiogram bevestigd is, kan
het afwerpmechanisme geactiveerd worden.
• Verwijder hiervoor eerst de rode veiligheidspen door deze van het wegwerphandvat te trekken.
• ( Afb. 13) Draai vervolgens het blauwe draaihandvat
onder controle d.m.v. doorlichting net zo lang door,
todat de coil losgekoppeld is van het dragersysteem.
• V erwijder vervolgens het toedieningssysteem en de im-
plantatiecatheter en controleer of alle delen aanwezig
zijn.
• M aak ten slotte een angiogram en echogram van de
linker ventrikel en de aorta om de positie van de coil
en de effectiviteit van de sluiting te controleren en te
documenteren.
• Verwijder de angiografiecatheter.
WA A R S C H U W I N G
De angiografiecatheter mag niet in aanraking komen met de coil.
Sluiten van het musculaire VSD
Voorbereiden van een toegang via de rechter vena jugularis
In wezen is de voorbereiding dezelfde als bij een perimembraneus VSD. Incidenteel zal het mogelijk zijn om het defect
vanuit de rechtsventriculaire zijde te kunnen sonderen. In vele gevallen zal er echter een klassieke arterioveneuze splint
gelegd moeten worden. Om een musculair VSD te sluiten, worden zowel het uiteinde van de implantatiecatheter alsook
het uiteinde van het lange buisje direct op het ventrikelseptum op de linksventriculaire zijde geplaatst. Hierbij dient
de implantatiecatheter er ca. 3-5 mm uit te steken. De coil moet ver van de mitraalklep en de papillaire spieren resp.
chordae vrijkomen. Onder fluoroscopische controle wordt de Nit-Occlud® Lê VSD-coil m.b.v. de metalen canule en de
eenhandbediening tot op de laatste 2 proximale windingen uit de implantatiecatheter geschoven. Het aantal vrijgeko-
men windingen kan bovendien m.b.v. de markeringen (afb. 11) gecontroleerd worden. Bevindt zich markering M2 op het
referentiepunt (bp), dan zijn op 2 windingen na alle andere windingen vrijgekomen. Daarna wordt het gehele systeem
(lang buisje en implantatiecatheter) teruggetrokken zodat de geconfigureerde coil zich aan de contouren van het defect
kan aanpassen (afb. 13). De implantatiecatheter wordt langzaam uit de linker in de rechter ventrikel teruggetrokken,
terwijl tegelijkertijd de overige 1-2 windingen van de coil vrijkomen. Onder fluoroscopische controle en aan de hand van
de markeringen (afb. 11) kan dan gecontroleerd worden of alle windingen zijn vrijgekomen (afb. 14/15).
GA053/Rev02_2019-04-18
Afb. 13: Afwerpen van de coil
Nederlands
73