5 Installatie
Gevaar
Levensgevaar door onjuiste installatie.
Er bestaat levensgevaar voor personen die werkzaamheden
verrichten waarvoor zij niet gekwalificeerd of opgeleid zijn.
De installatie van het apparaat mag alleen uitgevoerd
worden door personen die bekend zijn met de gevaren
en over de nodige kwalificaties beschikken.
Voorafgaand aan de installatie moet zijn voldaan aan
alle veiligheidstechnische bepalingen.
5.1 Keuze van de plaats van opstelling
Waarschuwing
Gevaar door ongeschikte omgevingscondities /
plaatsen van opstelling.
Ongeschikte omgevingscondities en ongeschikte plaatsen
van opstelling kunnen leiden tot gevaarlijke situaties in de
omgang met elektrische stroom.
Let bij de keuze van de plaats van opstelling op de
volgende punten:
Niet in explosiegevaarlijke omgevingen (Ex-zones)
opstellen (bijv. benzinestations).
Niet in overstromingsgevoelige gebieden plaatsen.
De lokale technische aansluitvoorwaarden en
veiligheidsvoorschriften naleven.
Omgevingscondities, zie hoofdstuk 4.2
„Omgevingscondities" op pagina 11.
Bescherming van het laadsysteem tegen rechtstreekse
waterstralen.
Het montageoppervlak moet over voldoende stevigheid
beschikken om bestand te zijn tegen de mechanische
belastingen. Bij de montage op gipskartonwanden
moeten deze minimaal dubbellaags uitgevoerd zijn.
5.2 Uitpakken
Opgelet
Beschadiging van het laadstation door verkeerd
gebruik
Botsingen en schokken kunnen het laadstation
beschadigen.
Laadstation met de grootst mogelijke voorzichtigheid
verplaatsen.
Een zachte ondergrond gebruiken voor het neerzetten
van het laadstation.
Afb. 10: Uitpakken
Het laadstation uitpakken:
1. Neem het laadstation
1
doos.
2. Plaats het laadstation op een zachte ondergrond.
en de boorsjabloon
2
uit de
12