15.
Controle van de stuurfuncties
Vóórdat u het model de eerste keer start, is het noodzakelijk dat u zich met de besturingsfuncties vertrouwd maakt en
de functies van het model test.
Schakel eerst de zender in en sluit de vliegaccu aan het model aan.
Neutrale stand:
Als de stuurknuppel voor de richtingsroer- en hoogteroerfunctie en de digitale trimming van de beide stuurfuncties
precies in de middelste stand staan, moet het richtingsroer (1) en het hoogteroer (2) eveneens precies in de middelste
stand staan. Van achter gezien, moeten de roeren samen met de besturing een vlak vormen en mogen niet naar
boven, onder, links of rechts uitgeslagen zijn.
Als de roeren niet precies zijn afgesteld, kan het roer precies worden afgesteld met behulp van de buiging in de
stuurdraad. Indien nodig kan de buiging worden samengedrukt of een beetje groter worden gemaakt. Gebruik daarvoor
een kleine punttang of een pincet en werk volgens uw aanvoelen.
Afbeelding 11
Afbeelding 12
107