c) Controle van de scheepsschroeven
Controleer de scheepsschroeven en hun contramoeren voor elke vaart op hun vaste zitting en beschadigingen.
Beschadigde scheepsschroeven moeten voor het uitvaren worden vervangen. Indien u dit niet in acht neemt, kan het
gebeuren dat de scheepsschroeven tijdens de werking ongewild loskomen of breken. Hierbij bestaat het gevaar voor
verdere schade aan uw model. Bovendien kan uw model niet meer bestuurd worden.
In verband met de scheepsschroeven neemt u ook de verdere informatie in het hoofdstuk "Scheepsschroeven
vervangen" in acht.
d) Batterijen in de zender plaatsen
Plaats batterijen in de zender. Neem in dit verband de informatie en voorschriften in de gebruiksaanwijzing van de
afstandsbediening in acht.
9. Ingebruikname van het model
a) Vaaraccu plaatsen
Hef de cabinekap op zoals in het hoofdstuk "Voorbereidingen voor de ingebruikname" wordt verklaard. De schakelaar
op het scheepsdek (afbeelding 5, pos. 1) moet zich in de stand "OFF" bevinden.
De vaaraccu (afbeelding 5, pos. 2) wordt in de scheepsromp in een hiervoor voorziene accuhouder (afbeelding 5, pos.
3) geplaatst en met een elastiek (afbeelding 5, pos. 4) vastgemaakt. Let bij de aansluiting van de accu op dat er geen
kabels in de verluchtingspropeller (afbeelding 5, pos. 5) kunnen raken.
b) Vaaraccu aansluiten
Schakel de zender in en zet de trimming van alle
stuurfuncties in de neutrale stand.
Neem in dit verband de informatie en
voorschriften in de gebruiksaanwijzing van de
afstandsbediening in acht.
Plaats het schip op een geschikte ondergrond
zodat de scheepsschroeven vrij kunnen worden
bewogen. Sluit de stekker die zich aan de accu
bevindt (afbeelding 5, pos. 6) aan het tegenstuk
van de besturingselektronica (afbeelding 5, pos.
7) aan.
Afb. 5
63