Motorfunctie
Let op!
Zorg ervoor dat bij deze motortest geen losse delen, zoals papier, folie of andere voorwerpen door de
luchtschroef kunnen worden aangezogen. Let er ook op dat het model bij deze test veilig wordt vastgehouden
en dat er zich geen kledings- of lichaamsdelen in het draai- en gevarenbereik van de propeller bevinden.
• Schuif de stuurknuppel en de motorfunctie (zie figuur 2, pos. 4 of 12, naargelang de ingestelde modus) in de
onderste stand (motor uit).
• Neem daarna de zender en vervolgens de ontvanger in werking.
• Schuif de stuurknuppel voor de motorfunctie langzaam van de onderste in de bovenste stand. De propeller zal
aanlopen en het toerental afhankelijk van de stand van de stuurknuppel verhogen.
• Wanneer de stuurknuppel zich aan de bovenste aanslag bevindt, is het maximum propellertoerental bereikt. Beweeg
daarna de stuurknuppel terug in de onderste stand.
• Voer een korte motortest door en controleer daarbij de omwenteling van de propeller.
• Koppel daarna de vliegaccu los van het model en schakel de zender uit.
110