DT SWISS O.D.L Mode D'emploi page 59

5 SETUP
5.1 Sag instellen
De sag (negatieve veerweg) is de mate waarin de voorvork door het eigengewicht van de
bestuurder inveert. Voor een stuggere vering moet een lagere sag (15% tot 20% van de veer-
weg) worden geselecteerd. Voor optimale afdaaleigenschappen moet daarentegen een gro-
tere sag (20% tot 25% van de veerweg) worden geselecteerd.
veerweg [mm]
150
140
130
120
110
100
15
De werkwijze die hier wordt beschreven, is indicatief. De sag moet volgens de persoonlijke
voorkeur van de bestuurder worden ingesteld.
1. Zet de voorvork in de "OPEN"-modus en schuif de O-ring op de schraper.
2. Ga met de complete fietsuitrusting (helm, rugzak, schoenen, enz.) op de fiets zitten.
3. Neem een normale rijhouding aan.
Belast de voorvork alleen met het gewicht van de bestuurder plus uitrusting.
Vermijd schokkende belastingen.
4. Stap van de fiets af en meet de afstand tussen sag O-ring en stofkering.
Deze maat wordt als sag aangeduid.
De sag moet tussen 15% en 25% van de vorkkarakteristiek bedragen en varieert
naargelang het gebruik en de rijstijl (zie afbeelding hierboven).
5. Pas de luchtdruk aan indien nodig. Herhaal daartoe de bovenvermelde stappen tot de cor-
recte sag wordt bereikt.
6. Schroef de ventieldop op het ventiel.
20 25 30
SAG
SAG [mm]
35
57