De kettingrem wordt automatisch
ingeschakeld bij een voldoende sterke
terugslag – door de massatraagheid van
de handbeschermer: de
handbeschermer slaat naar voren in de
richting van de zaagbladneus – ook als
de linkerhand zich niet op de
draagbeugel achter de handbeschermer
bevindt, zoals bijv. bij de horizontale
velsnede.
De kettingrem functioneert alleen als er
geen enkele wijziging aan de
handbeschermer wordt doorgevoerd.
Werking van de kettingrem controleren
Steeds voor het begin van de
werkzaamheden:
Handbeschermer in stand ‚
N
plaatsen – kettingrem is gelost
Apparaat inschakelen
N
Handbeschermer in de richting van
N
de zaagbladneus drukken
(stand ‚)
De kettingrem functioneert correct als de
zaagketting in een fractie van een
seconde stilstaat.
De handbeschermer moet vrij zijn van
vuil en moet goed gangbaar zijn.
MSE 170 C, MSE 190 C, MSE 210 C, MSE 230 C
Kettingrem onderhouden
De kettingrem staat bloot aan slijtage
door wrijving (natuurlijke slijtage). Om
goed te kunnen blijven functioneren, de
kettingrem regelmatig door geschoold
personeel laten onderhouden. STIHL
adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
volgende intervallen moeten worden
aangehouden:
Continu gebruik:
elk kwartaal
Periodiek gebruik:
halfjaarlijks
Incidenteel gebruik:
jaarlijks
Apparaat op het lichtnet
aansluiten
De spanning en de frequentie van het
apparaat (zie typeplaatje) moeten
corresponderen met de spanning en de
frequentie van het elektriciteitsnet.
De minimale beveiliging (zekering) van
de netaansluiting moet overeenkomstig
de technische gegevens zijn uitgevoerd
– zie "Technische gegevens".
Het apparaat moet via een
aardlekschakelaar op het
elektriciteitsnet worden aangesloten, die
de stroomtoevoer onderbreekt als de
aardlekstroom hoger is dan 30 mA.
De netkabel moet voldoen aan
IEC 60364-1 en aan de nationale
voorschriften.
Bij het inschakelen van het apparaat
kunnen de bij een instabiel
spanningsnet optredende
spanningsschommelingen (hoge
netimpedantie) de andere aangesloten
gebruikers beïnvloeden. De
netimpedantie kan bij de
energieleverancier worden opgevraagd.
Het apparaat alleen aansluiten op een
hiertoe geschikt lichtnet – maximaal
toelaatbare netimpedantie, zie
"Technische gegeven".
De verlengkabel moet, afhankelijk van
de netspanning en de kabellengte, de
vermelde minimale doorsnede hebben.
Nederlands
129