Nederlands
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, de
motorzaag niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
Op hellingen altijd boven of naast de
stam of liggende boom staan. Op naar
beneden rollende stammen letten.
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
Altijd een hoogwerker gebruiken
–
Nooit op een ladder of staande in de
–
boom werken
Nooit op onstabiele plaatsen
–
Nooit boven schouderhoogte
–
werken
Nooit met één hand werken
–
112
De motorzaag met vol gas in de
zaagsnede aanbrengen en de kam
stevig tegen de stam drukken – pas dan
met zagen beginnen.
Nooit zonder kam werken, de
zaagketting kan de gebruiker naar voren
trekken. De kam altijd goed tegen de
stam plaatsen.
Aan het einde van een zaagsnede wordt
de motorzaag niet meer via het
zaaggarnituur in de zaagsnede
ondersteund. De gebruiker moet het
gewicht van de motorzaag opnemen –
kans op verlies van de controle!
Dun hout zagen:
Een stabiele, stevige zaagbok
–
gebruiken
Het hout niet met de voet
–
tegenhouden
Andere personen mogen het hout
–
niet vasthouden of op andere wijze
meehelpen
Snoeien:
Een terugslagarme zaagketting
–
gebruiken
De motorzaag zo veel mogelijk
–
ondersteunen
Niet staand op de stam snoeien
–
Niet met de zaagbladneus zagen
–
Op takken letten die onder spanning
–
staan
Nooit meerdere takken in één keer
–
doorzagen
Liggende of staande stammen die onder
spanning staan:
De juiste volgorde van de zaagsneden
beslist aanhouden (eerst aan de
drukzijde (1), vervolgens aan de
trekzijde (2)), als deze volgorde niet
wordt aangehouden kan het zaagblad in
de zaagsnede klemmen of terugslaan –
kans op letsel!
Een ontlastingssnede aan de
N
drukzijde (1) zagen
De kapzaagsnede aan de
N
trekzijde (2) aanbrengen
Bij kapzaagsnede van onderen naar
boven (onderhands zagen) – kans op
terugstoten!
LET OP
Liggende stammen mogen op de plaats
waar deze worden doorgezaagd niet de
grond raken – anders wordt de
zaagketting beschadigd.
MSE 170 C, MSE 190 C, MSE 210 C, MSE 230 C
1
2
2
1