Meetreferentie
Druk op de meetreferentietoets (F) om de meetreferentie te wijzigen. De
volgende meetreferenties zijn beschikbaar:
•
Uitgangspunt: Achterkant
•
De lengte van het apparaat is bij de meetwaarde
inbegrepen.
•
Uitgangspunt: Voorkant
10. Metingen uitvoeren
•
Om een meting uit te voeren, moet de doellaser (A) geactiveerd zijn.
•
Mocht de doellaser gedeactiveerd zijn, druk dan kort op toets
MEAS (C) om de laser te activeren.
•
Druk als de doellaser geactiveerd is op toets MEAS om een meting
uit te voeren.
•
Na iedere afstandsmeting wordt de laser gedeactiveerd en moet
voor een volgende meting opnieuw geactiveerd worden.
•
Om tijdens een meting de laatst gemeten waarde te wissen, moet u
kort op de aan-/uitschakelaar (E) drukken.
11. Afstandsmeting
1. Richt de laserstraal loodrecht op het doel en probeer daarbij het
apparaat zo onbeweeglijk mogelijk vast te houden.
2. Druk op de toets MEAS (C). Even daarna hoort u een pieptoon en de
meetwaarde verschijnt op het beeldscherm.
81