Als de boomstam aan één kant wordt ondersteund (Ú Afb. 19), zaag eerst 1/3 van de diameter vanaf de onderkant.
Zaag vervolgens de rest vanaf de bovenkant totdat de eerste inkeping wordt bereikt.
Afb. 19
Als de boomstam aan twee kanten wordt ondersteund, (Ú Afb. 20), zaag eerst 1/3 van de diameter vanaf de
bovenkant. Zaag vervolgens 2/3 vanaf de onderkant totdat de eerste inkeping wordt bereikt.
Afb. 20
Ga bij zaagwerkzaamheden op een helling, altijd hoger dan de boomstam, staan (Ú Afb. 21). Verminder de
aandrukkracht wanneer de stam bijna is doorgezaagd en blijf de handgrepen van de kettingzaag stevig vasthouden,
zodat u tijdens het moment van doorzagen de controle over het product behoudt. Let erop dat de zaagketting de grond
niet raakt. Wacht na het doorzagen tot de zaagketting tot stilstand is gekomen, voordat u de kettingzaag verwijdert.
Schakel de motor altijd uit voordat u naar een andere boom gaat.
116
2/3
1/3
1/3
2/3