TOOLCRAFT 1619737 Notice Originale page 113

1. Inkepingen zagen
Maak een inkeping van 1/3 van de diameter van de boom, evenwijdig met de valrichting. Als de stam of grote tak aan
weerskanten wordt ondersteund, maak altijd de zaagsnede vanaf de bovenkant (Ú Afb. 16). Zaag eerst de onderste
horizontale inkeping. Hierdoor vermijdt u het vastklemmen van de zaagketting of het zaagblad tijdens het zagen van
de tweede inkeping.
2. Inkeping voor het vellen van de boom zagen
Zaag de inkeping voor het vellen van de boom minstens 5 cm boven de horizontale inkeping. Als de stam of grote tak
aan weerskanten wordt ondersteund, maak altijd de zaagsnede vanaf de bovenkant (Ú Afb. 16). Zaag de inkeping
voor het vellen van de boom parallel aan de horizontale inkeping. Zaag de inkeping voldoende diep in, zodat het
resterende hout als scharnier kan werken. De scharnier verhindert dat de boom draait en in de verkeerde richting valt.
Zaag de scharnier niet door.
Als de inkeping voor het vellen van de boom in de buurt van het scharnier komt, moet de boom met vallen beginnen.
Als het erop lijkt, dat de boom mogelijkerwijs niet in de gewenste richting valt of terugbuigt en de zaagketting
vastklemt, onderbreek het zagen van de inkeping voor het vellen van de boom en gebruik een spie van hout, kunststof
of aluminium om de inkeping te openen en om de boom in de gewenste valrichting te doen omslaan.
Als de boom begint te vallen, verwijder de kettingzaag uit de inkeping, schakel de zaag uit, leg ze neer en verlaat het
gevarenbereik via de geplande vluchtroute. Let op voor naar beneden vallende takken en struikel niet.
Afb. 16
Inkepingen zagen
114
Valrichting
1/3
Inkeping voor het
5 cm
vellen van de boom
zagen
Scharnier
5 cm