nl - Vertaling vanuit het origineel
• De som van de druk aan de aanzuigkant (riool-
water, opslagtank) en de maximale druk die
door de pomp ontstaat, mag niet meer worden
dan de maximale werkdruk die toegestaan is
(nominale druk PN) voor de pomp.
• Gebruik de pomp niet als er cavitatie optreedt.
Cavitatie kan leiden tot schade aan de interne
onderdelen.
6.1 Configureer de pompinstellingen
Wijzig de pompinstellingen via een van de volgen-
de manieren:
• Gebruikersinterface
• Buscommunicatie
58
(alleen aanwezig op de ecocirc XLplus)
• Draadloze communicatie
59
(alleen aanwezig op de ecocirc XLplus)
6.1.1 Wijzig de communicatieparameters
Wijzig de communicatieparameters van de pomp.
Zie
Afbeelding 13
.
1. Zet de pomp uit.
Wacht totdat de stroomindicator uit is voordat
u verder gaat.
2. Zet de pomp aan.
3. Wanneer op het scherm COMM (COM) ver-
60
schijnt
, drukt u op de parameterknop (3) om
het communicatiemenu te openen.
4. Selecteer een van de drie waarden met de in-
stelknop.
6
• BAUD (BDR)
= instellen van baudsnelheid
(beschikbare waarden 4,8 - 9,6 - 14,4 - 19,2
- 38,4 - 56,0 - 57,6 kbps)
6
• ADDR (ADDR)
= instellen van adres (be-
schikbaar adres 1÷255 voor Modbus en
0÷127 voor BACnet)
6
• MODU (MDL)
= instellen van optionele
module (0 = geen module; 1 = Draadloze
module; 2 = RS-485 module)
5. Druk op de parameterknop om het submenu
te openen
6. Pas de waarden aan met de instelknoppen.
7. Druk op de parameterknop om te bevestigen
en sla de nieuwe waarden op.
8. Druk op de modusknop om het submenu te
verlaten.
Als gedurende 10 seconden niet op een knop
wordt gedrukt, verlaat de pomp het actieve menu
en gaat verder met opstarten. Alle parameters die
wel gewijzigd maar niet bevestigd zijn, worden
weer teruggezet in de laatste bevestigde stand.
6.1.2 Wijzig de bedieningsmodus
De pomp kan worden bediend door een BMS
(Building management system) of andere appara-
ten via de RS-485 communicatiepoort via Modbus
62
of BACnet
protocol.
58
niet beschreven in deze instructies, zie Communicatiehandleiding op www.lowara.com
59
hiervoor is de installatie van de module Draadloos op de pomp nodig
60
Op driecijferig scherm van de modellen 25-40, 25-60, 32-40 en 32-60
61
Communicatiefuncties en optionele modules zijn alleen verkrijgbaar voor de modellen van de ecocirc XLplus.
62
Niet aanwezig op de modellen 25-40, 25-60, 32-40 en 32-60.
96
De volgende instructie wordt gebruikt wanneer de
wijziging op de gebruikersinterface wordt uitge-
voerd. Zie
Afbeelding 13
• Druk op de bedieningsmodusknop.
• De bedieningsmodi worden in cyclische volgor-
de gewijzigd door de ingedrukte knop.
mode
6.1.3 Wijzig het instelpunt
Zie
Afbeelding 13
1. Druk op een van de instelknoppen (5).
Op het display begint het feitelijke instelpunt
te knipperen.
2. Wijzig de waarde met de knoppen (5).
3. Wacht drie seconden om het nieuwe instel-
punt op te slaan en te activeren.
Het display stopt met knipperen om de wijzi-
ging te bevestigen.
Opmerking:
Als op het systeem een niet-keerklep gemonteerd
is, moet ervoor worden gezorgd dat de minimale
afvoerdruk van de pomp altijd hoger is dan de
sluitdruk van de klep.
6.1.4 Wijzig de weergegeven meeteenheid
1. Druk op de knop (3) om de meeteenheid te
wijzigen. Zie
61
.
mode
mode
mode
mode
mode
als referentie.
Afbeelding 13
.