nl - Vertaling vanuit het origineel
ting. Geen extra bescherming tegen overbelas-
ting nodig.
De controlelijst voor de motor
Gebruik de kabel conform de regels met drie dra-
den (2 + aarde). Alle kabels moeten bestand zijn
tegen een temperatuur tot +85°C (185°F).
4.4 Pompinstallatie
1. Installeer de pomp conform de vloeistof-
stroom van het systeem.
• De pijl op de pompbehuizing toont de
stroomrichting door de pomp.
• De pomp moet worden geïnstalleerd met
het pompdeksel in een horizontale positie.
Raadpleeg
Afbeelding 12
matie over toegestane posities.
2. Draai de positie van het pompdeksel zo nodig
om de gebruikersinterface beter te kunnen af-
lezen.
Zie
Wijzig de positie van de pomphoogte
meer instructies.
3. Installeer zo nodig de thermische hulsels.
• Gebruik alleen de thermische hulsels die
bij de pomp zijn meegeleverd. Isoleer de
motorbehuizing niet, omdat de elektroni-
sche onderdelen oververhit kunnen raken,
waardoor de pomp automatisch wordt uit-
geschakeld.
• De thermische omhulsels die bij de pomp
zijn meegeleverd mogen alleen worden
gebruikt in toepassingen voor het circule-
ren van warm water waarbij de tempera-
tuur van de vloeistof hoger is dan 20°C
(68°F). De thermische omhulsels kunnen de
pompbehuizing niet op een diffusiebesten-
dige manier omsluiten.
• Als de klant een diffusiebestendige isolatie
creëert, mag de pompbehuizing niet wor-
den geïsoleerd boven de motorflens. De
afvoeropening mag niet worden geblok-
keerd zodat de opgehoopte condens kan
weglopen.
4.5 Wijzig de positie van de pomphoogte
WAARSCHUWING:
• Laat het systeem leeglopen of sluit
de ON-OFF-kleppen aan beide kan-
ten van de pomp voordat de pomp
gedemonteerd wordt. De gepomp-
te vloeistof kan onder druk staan en
kokendheet zijn.
• Er bestaat een kans dat er damp vrij-
komt wanneer het pompdeksel van
de pompbehuizing wordt verwij-
derd.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Voordat u begint met werkzaamheden
aan de unit, dient u ervoor te zorgen
dat de unit en het bedieningspaneel
gescheiden zijn van de elektrische voe-
ding en niet kunnen worden ingescha-
keld.
90
voor meer infor-
voor
Zie
formatie.
VOORZICHTIG:
Brandgevaar. Tijdens gebruik worden
verschillende oppervlakken van de
pomp heet. Draag warmtebeschermen-
de handschoenen om brandwonden te
voorkomen.
WAARSCHUWING:
• Er wordt een sterk magnetisch veld
gecreëerd wanneer de rotor verwij-
derd wordt uit of geplaatst wordt in
de pompkop. Dit magnetische veld
kan schadelijk zijn voor dragers van
pacemakers of andere medische im-
plantaten. Bovendien kan het mag-
netische veld metalen voorwerpen
naar de rotor toe trekken waardoor
persoonlijk letsel en/of schade aan
de lagers van de pomp kan ont-
staan.
Afbeelding 14
en
Afbeelding 15
1. Draai de vier zeskantige kopschroeven los (2)
waarmee het pompdeksel op de pompbehui-
zing (4) vastzit.
2. Draai het pompdeksel (1) in stappen van 90° in
de gewenste positie.
3. Wanneer de pompkop (1) van de pompbehui-
zing verwijderd (4) wordt:
a) Voorkom dat de rotor van de pompkop (1)ver-
wijderd wordt;
b) Let op het eerder vermelde gevaar van mag-
netisme;
c) Controleer of de O-ring (3) niet beschadigd is.
Een defecte O-ring moet worden vervangen.
In de verpakking is al een reserve O-ring mee-
geleverd.
4. Plaats deze en draai deze aan conform onder-
staande tabel voor de vier inbusschroeven (2)
waarmee de motor op de pompbehuizing (4)
vastzit.
Pompmodel
Type schroef
25–40
25–60
32–40
32–60
25–80
25–100
32–80
32–100
32–100F
40–100F
50–100F
32–120F
40–120F
50–80F
65–80F
50–120F
voor meer in-
Aanhaalmo-
ment
M5
2,0 Nm
M6
10.0 Nm
M8
19.0 Nm
M10
38.0 Nm