FR
NL
7.2
Varen
7.2.1
Vertrek
OPMER KIN G
Bij zichtbare schade van onderdelen of kabels mag het Ultralight systeem
niet worden ingeschakeld.
Controleer of alle personen aan boord een reddingsvest dragen.
Bevestig de treklijn van de magneetsleutel voor vertrek aan de pols of aan
het reddingsvest.
De laadtoestand van de accu moet onderweg constant worden
gecontroleerd.
OPMER KIN G
Tijdens vaarpauzes wanneer personen in de buurt van de boot zwemmen:
verwijder de magneetsleutel, om te vermijden dat het Ultralight systeem per
ongeluk wordt bediend.
Motor starten
1.
2.
1
Fig. 79:
Aan-uitknop
Fig. 80:
1. Schakel de motor in, door de aan-uitknop (1) één seconde in te drukken.
2. Plaats de magneetsleutel op de gashendel.
3. Zet de gashendel vanuit de neutrale positie in de gewenste positie.
pagina 110 / 131
Gashendel
7.2.2
Vooruit/achteruit varen
Fig. 81:
Gashendel
1. Bedien de elektronische gashendel dienovereenkomstig.
Vooruit
Achteruit
Vergrendeling achteruit varen
OPMERKING
Zorg ervoor dat de motor in een verticale positie ten opzichte van het water
staat om te voorkomen dat de motoreenheid omhoog kantelt.
1. Fixeer de motor met behulp van de vergrendeling voor achteruit varen, zie
hoofdstuk 7.3, "Vergrendelen voor achteruit varen".
2. Zorg ervoor dat de motoreenheid loodrecht op het wateroppervlak staat en niet
omhoog kantelt.
Als dit niet het geval is, vaar dan met de kajak/boot een stukje vooruit en herhaal
de eerste stap.
Werking