FR
NL
6.3
Instelling voor optimale waterdiepte
Het hoogste punt van de propeller moet zich ten minste 5 cm onder het
wateroppervlak bevinden.
1. Draai de M5-schroef van de klemring/stuurdriehoek los.
2. Maak de snelspanner van de klemring/stuurdriehoek los.
3. Plaats het geheel van stuurdriehoek, spiegelbevestiging en klemring op de
gewenste positie.
4. Bevestig de klemring/stuurdriehoek aan de schacht door de snelspanner te
sluiten.
5. Bevestig de klemring/stuurdriehoek met de M5-schroef met 3,5 Nm.
OPMER KIN G
Uitsluitend bij model Ultralight 1103 AC is een extra klemring aanwezig die
bedoeld is voor het naar beneden vastzetten van het schachtprofiel.
pagina 96 / 131
6.4
Besturing fixeren
1
Fig. 65:
Vergrendelbout
1
Vergrendelbout
De vergrendelbout (1) fixeert de besturing, als de kajak/boot met het roer of een
voorgemonteerde besturing moet worden gestuurd.
1. Bevestig de vergrendelbout (1) met kabel aan de houder.
2. Breng het boorgat in de stuurdriehoek en het boorgat in de spiegelbevestiging
in lijn.
3. Steek de vergrendelbout (1) tot aan de aanslag door het boorgat.
4. Controleer de vergrendeling.
Inbedrijfstelling