9. Ingebruikname van het model
a) De vliegaccu plaatsen en aansluiten
De vliegaccu wordt na het afnemen van de cockpitkap voor in de romp
geschoven en met klittenband vastgemaakt.
De exacte positie van de accu wordt door het zwaartepunt bepaald.
b) Instellen van het zwaartepunt
De vliegaccu moet zo in de accuschacht worden aangebracht, dat het
zwaartepunt zich ca. 70-75 mm achter de neusbalk van de onderste
(bovenste) vleugel (gemeten in het midden van de vleugel) bevindt.
Voor het 3D-vliegen kan het zwaartepunt in kleine stappen naar achteren
worden verplaatst, tot het beste vlieggedrag wordt bereikt.
c) Ingebruikname van de vliegregelaar
Neem eerst de afstandsbedieningszender in gebruik en schuif de stuurknuppel voor de motorfunctie in de onderste stand "motor uit".
Bij een correcte instelling van de zender hoort u drie snelle toonreeksen met drie aansluitend afzonderlijke tonen. Ten slotte zal de propeller kort aanlopen, zodat
u de correcte draairichting kunt controleren. Indien nodig verwisselt u de drie motoraansluitingen, om de draairichting van de motor te veranderen.
Let op:
Indien u na het aansluiten van de accu alleen maar vier afzonderlijke toonhoogtes hoort, dan draait u op de zender met behulp van de reverse-
functie de werkrichting van de stuurknuppel voor de motorfunctie om.
Belangrijk!
De geïntegreerde BEC-voeding stelt de voor de servo's en de ontvanger vereiste voedingsspanning ter beschikking. Bij het aansluiten van 4
servo's mag de ingangsspanning max. 12 V (10 NiCd-/NiMH-cellen of 3 LiPo-cellen) bedragen.
70 - 75mm
Afb. 29
Afb. 30
109