9. Ingebruikname van het model
a) De vliegaccu plaatsen en aansluiten
De vliegaccu wordt door de voorruit of door de vleugelopening in de voorziene
accuschacht gelegd en met twee klittenbanden vastgemaakt.
De exacte positie van de accu wordt door het zwaartepunt bepaald.
b) Instellen van het zwaartepunt
De vliegaccu moet zo in de accuschacht worden aangebracht, dat het zwaarte-
punt zich ca. 88 mm achter de neusbalk van de vleugel bevindt.
Markeer hiervoor onder aan de vleugel links en rechts van de rompvorm met
een stift de betreffende positie van het zwaartepunt.
Ondersteun vanaf de onderkant het in elkaar gezette vliegklare model op de
meetpunten met de wijsvingers van uw linker- en rechterhand. Bij een correct
zwaartepunt dient het model een licht naar voren gebogen positie aan te ne-
men.
Het optimale zwaartepunt kan dan steeds opnieuw vliegend worden verkregen
en opnieuw ingesteld.
c) Instellen van de roeruitslagen
Bij een correcte bouw en zenderinstelling moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer
10.5 mm naar boven
Hoogteroer
15 mm naar boven
Richtingsroer (zijroer)
18 mm naar links
Let op!
De aangegeven waarden geven de onderste en de bovenste grenswaarden van de roeruitslagen weer. Naargelang uw persoonlijke stuurgewoonte
kunt u de uitslagen individueel aanpassen.
Als u voor uw model een computergestuurde afstandsbediening gebruikt, dan kunt u de waarden eenvoudig met de zender instellen. Als u een
gewone afstandsbediening gebruikt, moet u de waarden instellen door het verwisselen van de schuifstangen op de roerhoorns van de servo's resp.
roerkleppen.
70
All manuals and user guides at all-guides.com
10.5 mm naar beneden
15 mm naar beneden
18 mm naar rechts
Afb. 27
88 mm
Afb. 28