Voor u andere componenten gaat
aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de
netspanning voor u alle aansluitingen tussen de
componenten heeft gemaakt.
• Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier
maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, "+" op
"+" en "–" op "–". Sommige componenten hebben
afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen
voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de
handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten
componenten.
• Gebruik in de handel verkrijgbare videokabels bij
gebruik van de S VIDEO en COMPONENT VIDEO
aansluitingen.
Aansluiten van videocomponenten
I Over de video-aansluitingen
Er zijn drie soorten video-aansluitingen.
VIDEO aansluiting
De VIDEO aansluitingen geven
composiet videosignalen door.
VIDEO
S VIDEO aansluiting
S VIDEO aansluitingen geven
S-videosignalen door.
S-videosignalen worden
S VIDEO
gescheiden in luminantie (Y) en
kleur (C) videosignalen voor een
betere kleurweergave.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
COMPONENT VIDEO
COMPONENT VIDEO
aansluitingen geven component
videosignalen door.
P
P
Y
R
B
Component videosignalen worden
gescheiden in luminantie (Y) en
kleurverschilsignalen (P
voor de beste beeldkwaliteit.
Signalen die binnenkomen via deze aansluitingen worden
gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen
van het overeenkomstige type.
U moet de juiste aansluitingen op uw videocomponent
verbinden met die van hetzelfde type op de videomonitor.
AANSLUITINGEN
y
• Signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen
kunnen door dit toestel worden omgezet in composiet signalen
die worden gereproduceerd via de MONITOR OUT
aansluitingen van dit toestel.
• (Alleen modellen voor Europa en het V.K.) Signalen die
binnenkomen via de VIDEO aansluiting van dit toestel kunnen
worden gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT
aansluiting door "V CONV." onder "13 DISPLAY SET" van
het SET MENU aan (ON) te zetten (zie bladzijde 65).
• Wanneer er zowel via de S VIDEO als de VIDEO aansluitingen
signalen binnenkomen, zal de prioriteit gegeven worden aan de
S VIDEO aansluiting.
• U kunt het ingangssignaal voor de COMPONENT VIDEO A
en B aansluiting afstemmen op de gebruikte component via de
"7 I/O ASSIGNMENT" instelling op het SET MENU (zie
bladzijde 62 voor details).
Signaalstroming binnenin dit toestel
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Alleen wanneer "V CONV." is ingesteld via "13
DISPLAY SET" onder het SET MENU.
(Alleen modellen voor Europa en het V.K.)
I VIDEO AUX aansluitingen (op het
voorpaneel)
Via deze aansluitingen kunt u een andere videobron zoals
een spelcomputer of een camcorder aansluiten op dit
toestel.
S VIDEO
VIDEO
S
V
, P
)
B
R
Ingang
L
AUDIO
R
OPTICAL
VIDEO AUX
O
L
R
OPTICAL OUT
AUDIO OUT R
AUDIO OUT L
VIDEO OUT
S VIDEO OUT
Uitgang
(MONITOR OUT)
Spelcomputer
of videocamera
15