AANSLUITINGEN
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen niet
kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen
niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van
elk van uw componenten.
Gebruik RCA-kabels of een optische kabel voor het aansluiten van audiocomponenten.
LET OP
Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt zijn.
Luidsprekers A
Platenspeler
Tv enz.
Rechts
Links
Dvd-speler
Tuner
enz.
Bd-speler enz.
Audio-
Audio-
Audio-
Audio-
Audio-
uitgang
GND
uitgang
uitgang
uitgang
uitgang
Audio-
Audio-
Audio-
Audio-
Audio-
uitgang
uitgang
ingang
ingang
uitgang
Cd-speler
Bandrecorder
Cd-recorder
Subwoofer
Rechts
Links
enz.
enz.
Luidsprekers B
Alleen PCM-signalen kunnen ingevoerd worden op de DIGITAL-aansluitingen (OPTICAL/COAXIAL) van dit toestel.
Voor meer informatie over de ondersteunde PCM-signalen, zie bladzijde 15.
y
• De PHONO-aansluitingen zijn bedoeld voor een platenspeler met MM-cassette.
• Verbind uw platenspeler met de GND-aansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers hoort u juist
minder ruis zonder de GND-aansluiting.
9
Nl