• Zorg ervoor dat de zaagketting niet in
de snede vastgekneld raakt. De boom-
stam mag niet breken of afsplinteren.
• Neem de voorzorgsmaatregelen tegen
terugslag in acht (zie veiligheidsinstruc-
ties).
• Verwijder naar onderen hangende tak-
ken door de snede boven op de tak te
beginnen.
• Vertakkingen moeten individueel wor-
den verwijderd.
Werken met de draadspoel
•
Houd het apparaat op kleine grasper-
ken in een hoek van ongeveer 30° en
beweeg de maaikop gelijkmatig naar
rechts en links in een halfcirkelvormige
beweging.
•
De beste resultaten verkrijgt u bij een
maximale graslengte van 15 cm. Is het
gras hoger, dan raden we aan om het
gras in meerdere cycli te maaien.
•
Om rond bomen, omheiningspalen of
andere hindernissen te maaien, gaat
u met het apparaat langzaam rond de
hindernis en maait u met de spits van
de draad.
•
Zorg ervoor dat u geen vaste hinder-
nissen (stenen, muren, houten omhei-
ningen enz.) raakt. Dit doet de draad
namelijk snel verslijten. Gebruik de
rand van de veiligheidsafdekking om
het apparaat op de juiste afstand te
houden.
Let op! Leg de maaikop niet
op de grond als het appa-
raat in werking is!
Werken met het drietandse mes
Draag tijdens het werken al-
tijd het draagtuig en gepaste
veiligheidskleding. Draag
oog-, gehoor- en hoofdbe-
scherming. Zorg ervoor dat
het mes correct is geïnstal-
leerd. Vervang beschadigde
of stompe werktuigen.
Er bestaat een risico op ver-
wondingen.
Bewerk met het mes alleen vrije, effen
oppervlakken. Inspecteer zorgvuldig
het oppervlak dat u wilt maaien en
verwijder alle vreemde voorwerpen.
Zorg ervoor dat u niet tegen stenen,
metaal of andere hindernissen stoot.
Dit kan namelijk het mes beschadigen
en er kan terugslag optreden.
• Houd de snijkop over de grond als u
werkt en draai het apparaat als een
trimmer in gelijkmatige bogen lang-
zaam weg en weer.
• Houd de snijknop niet schuin.
• Gebruik het apparaat niet om wildgro-
ei of ondergroei te snoeien.
• Controleer het mes regelmatig op scha-
de en vervang beschadigde messen.
Apparaat neerleggen
• Leg het apparaat eerst met de motorbe-
huizing op de grond.
• De snijvoorziening (
moet drukloos op de grond liggen.
• Oefen in geen geval statische druk op
de snijvoorziening (
NL
BE
1/11/12/17)
A
1/11/12/17) uit.
A
137