ongeveer 3 minuten automatisch uitgeschakeld. Ook in dit geval wordt de
waarde in het geselecteerde of het laatst gebruikte gebruikersgeheugen
opgeslagen.
6.3 Bloeddrukmeting uitvoeren
Voorwaarde: manchet aangebracht, gebruiker geselecteerd.
Meting
1. Druk op
. Alle displayelementen worden kort weergegeven. De manchet
wordt automatisch opgepompt. Het meetproces wordt gestart.
weergegeven zodra er een hartslag wordt herkend.
Druk op
om de meting af te breken.
2. De metingen voor systolische druk, diastolische druk en hartslag worden
weergegeven.
'Er_' verschijnt wanneer de meting niet juist kon worden uitgevoerd. Neem
in dat geval het hoofdstuk 'Wat te doen bij problemen' in acht.
Herhaal eventueel na 1 minuut het aanbrengen van de manchet.
Het apparaat wordt na ca. 1 minuut automatisch uitgeschakeld. De waar-
de is bij de geselecteerde of bij de laatst gebruikte gebruiker opgeslagen.
6.4 Resultaten beoordelen
Algemene informatie over de bloeddruk
• De bloeddruk is de kracht waarmee de bloedstroom tegen de wanden van
aders drukt. De arteriële bloeddruk verandert in de loop van een hartcyclus
constant.
• De bloeddruk wordt altijd in de vorm van twee waarden weergegeven:
- De hoogste druk is de systolische bloeddruk. Deze ontstaat wanneer
de hartspier zich samentrekt en het bloed daardoor in de bloedvaten
wordt gedrukt.
- De laagste druk is de diastolische bloeddruk. Dit is de druk die aan-
wezig is wanneer de hartspier zich volledig uitgerekt heeft en het hart
zich met bloed vult.
• Schommelingen in de bloeddruk zijn normaal. Zelfs bij een herhaalde me-
ting kan er sprake zijn van aanzienlijke verschillen tussen de gemeten waar-
den. Eenmalige of onregelmatige metingen geven daarom geen betrouw-
bare informatie over de werkelijke bloeddruk. Een betrouwbare beoordeling
is alleen mogelijk als u regelmatig metingen uitvoert onder vergelijkbare
omstandigheden.
wordt
Hartritmestoornissen
Het apparaat kan tijdens de bloeddrukmeting eventuele hartritmestoornissen
identificeren. Na de meting wijst
hartslag.
Herhaal de meting als
Gebruik voor de beoordeling van uw bloeddruk alleen de resultaten die zonder
onregelmatigheden in uw hartslag zijn geregistreerd.
Raadpleeg uw arts als
zigheid van een stoornis tijdens een onderzoek vaststellen.
Risico-indicator
Bereik van de gemeten
bloeddrukwaarden
Systolisch
Diastolisch
(in mmHg)
(in mmHg)
≥ 180
≥ 110
160 – 179
100 – 109
140 – 159
90 – 99
124
u op eventuele onregelmatigheden in uw
wordt weergegeven.
vaak wordt weergegeven. Alleen hij kan de aanwe-
Classificatie
Hoge bloeddruk graad 3 (ernstig)
Hoge bloeddruk graad 2 (mid-
delmatig)
Hoge bloeddruk graad 1 (licht)
Kleur van
de risico-
indicator
Rood
Oranje
Geel