6. GEBRUIK
6.1 Ingebruikname
Batterijen plaatsen
• Verwijder het deksel van het batterijvak aan de achterzijde van het appa-
raat
.
A
• Plaats de batterijen (zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'). Plaats de
batterijen met de juiste polariteit, zoals aangeduid
• Sluit het deksel van het batterijvak.
Als het symbool
continu wordt weergegeven, kan er geen meting meer
worden uitgevoerd. Vervang alle batterij en. Zodra de batterijen uit het apparaat
worden verwijderd, moet u de datum en tijd opnieuw instellen. De opgeslagen
meetwaarden gaan niet verloren.
Instellingen configureren
Stel het apparaat voorafgaand aan het gebruik correct in om alle functies te
gebruiken. Alleen zo kunnen uw meetwaarden met datum en tijd worden opge-
slagen en later weer worden opgevraagd.
Het menu voor de instellingen kunt u op twee manieren openen:
• Voor het eerste gebruik en na het vervangen van de batterijen:
Als u batterijen in het apparaat plaatst, gaat u automatisch naar het be-
tre ende menu.
• Als de batterijen al zijn geplaatst:
Houd de START/STOP-toets
conden ingedrukt.
Configureer achtereenvolgens de volgende instellingen:
Uurweergave
Datum
➔
.
A
van het uitgeschakelde apparaat ca. 5 se-
Tijd
➔
➔
Bluetooth
Bevestig telkens met
Uren
Uurweergave knippert:
• Selecteer met M1/M2 de uurweergave
Datum
Jaartal knippert:
• Selecteer met M1/M2 het jaartal.
Maandweergave knippert:
• Selecteer met M1/M2 de maand.
Dagweergave knippert:
• Selecteer met M1/M2 de dag.
Als de uurweergave 12 h is ingesteld, worden de dag en de maand an-
dersom weergegeven.
Tijd
Uren knipperen:
• Selecteer met M1/M2 het uur.
Minuten knipperen:
• Selecteer met M1/M2 de minuten.
®
Bluetooth
Op het display knippert het Bluetooth
• Selecteer met M1/M2 of de automatische Bluetooth
geactiveerd of gedeactiveerd moet zijn en bevestig met
De levensduur van de batterijen wordt verkort door de overdracht van gegevens
via Bluetooth
®
.
®
122
.
®
-symbool.
®
-gegevensoverdracht
.