Nederlands
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornis (bijv. kleiner worden
blikveld), gehoorverlies, duizeligheid,
afnemende concentratie, de
werkzaamheden direct onderbreken –
deze symptomen kunnen onder andere
worden veroorzaakt door een te hoge
uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Geluidsoverlast en uitlaatgasemissie zo
veel mogelijk beperken – de motor niet
onnodig laten draaien, alleen gas geven
tijdens het werk.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van het motorapparaat
– brandgevaar!
Uit het brandstofsysteem kunnen
ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
De tijdens het werk vrijkomende stof,
rook en dampen kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij sterke stof- of
rookontwikkeling een stofmasker
dragen.
112
Als de motor niet volgens voorschrift
(bijv. door geweld van buitenaf, door
stoten of vallen) werd uitgeschakeld,
deze voor het opnieuw in gebruik nemen
beslist op een bedrijfszekere staat
controleren – zie ook „Voor het starten".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Motorapparaten die niet meer
bedrijfszeker zijn, in geen geval verder
gebruiken. In geval van twijfel contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
Niet in de startgasstand werken – het
motortoerental is bij deze stand van de
gashendel niet reguleerbaar.
Nooit zonder de op
het apparaat en
het snijgarnituur
afgestemde
beschermkap
werken – kans op letsel door
weggeslingerde voorwerpen!
Terrein controleren: Vaste
voorwerpen – stenen,
metalen voorwerpen of
dergelijke kunnen worden
weggeslingerd – kans op
letsel! – En deze kunnen
het snijgarnituur alsmede goederen
(zoals bijv. geparkeerde auto's, ruiten)
beschadigen (materiële schade).
In onoverzichtelijk, dicht begroeid terrein
bijzonder voorzichtig te werk gaan.
Bij het maaien van hoog struikgewas,
onder bosschages en heggen:
Werkhoogte met het snijgarnituur min.
15 cm – dieren (bijv. egels) niet in gevaar
brengen.
Voor het achterlaten van het apparaat:
motor afzetten.
Het snijgarnituur regelmatig, met korte
tussenpozen en bij merkbare
wijzigingen direct controleren:
–
De motor afzetten, het apparaat
stevig vasthouden, het snijgarnituur
op de grond drukken om dit af te
remmen
–
Op goede staat en vastzitten
controleren, op scheurvorming
letten
–
Controleren of het snijgarnituur nog
scherp is
–
Een beschadigd of bot snijgarnituur
direct vervangen, ook bij kleine
haarscheurtjes, bij metalen
snijgarnituren de klankproef
uitvoeren
FS 130, FS 130 R