Elk jaar of 2000 km:
•
Controleer de slijtageniveaus (remblokken, versnellingssysteem, banden),
•
Controleer of het bekrachtigingssysteem correct werkt,
•
Controleer de lagers (trapas, wielen, stuurinrichting, pedalen),
•
Controleer de kabels (remmen, derailleur, ophanging) of de hydraulische remslang,
•
Draai de wielen vast en/of recht.
•
Bandenspanning
Om de 3 jaar of 6000 km:
•
Controleer de slijtageniveaus (remblokken, versnellingssysteem, banden),
•
Controleer de lagers (trapas, wielen, stuurinrichting, pedalen),
•
Controleer de kabels (remmen, derailleur, ophanging) of de hydraulische remslang,
•
Vervang de overbrenging (ketting, vrijloop, kettingblad),
•
Controleer of het bekrachtigingssysteem correct werkt,
•
Vervang de banden,
•
Vervang de wielen voor slijtage (spaken, velg),
•
Draai de wielen vast en/of recht.
•
Vervangen van de remblokken,
•
Controleer of het bekrachtigingssysteem correct werkt,
•
Controleer de elektrische functies.
Trapondersteuning en accu
De fietser moet de pedalen naar voren draaien om te profiteren van de gemotoriseerde
ondersteuning. Dit is een belangrijk beveiligingsaspect. Deze elektrische hulpfiets geeft
gemotoriseerde ondersteuning tot een snelheid van 25 km/u. Daarbuiten slaat de motor af. Het is
mogelijk om sneller te gaan, maar met meer inspanning en zonder elektrische ondersteuning.
De motor draait pas als de pedalen een volledige draai hebben gegeven. Deze functie beschermt de
motor en controller en verlengt de levensduur van de elektrische componenten.
Trapondersteuning
Om de fiets te starten zet u de hoofdschakelaar aan de zijkant van de accu AAN/UIT.
De rest van de instellingen en informatie kan direct op het display op het stuur worden aangepast.
N.B.: Schakel de hoofdschakelaar op de accu uit wanneer u niet meer rijdt. Dit
bespaart batterijvermogen.
136