Nederlands
► Houd de kettingzaag met beide handen
vast.
► Houd het lichaam buiten het verlengde
zwenkbereik van de kettingzaag.
► Ga te werk zoals in deze handleiding staat
beschreven.
► Werk niet met het bovenste kwart gedeelte
van de zaagbladneus.
► Werk met een correct aangescherpte/gesle‐
pen en correct gespannen zaagketting.
► Gebruik een terugslaggereduceerde zaag‐
ketting.
► Gebruik een zaagblad met een kleine zaag‐
bladneus.
► Zaag met vol gas.
4.8.2
In het hout trekken
Als met de onderzijde van het zaagblad wordt
gewerkt, wordt de kettingzaag weggetrokken van
de gebruiker.
WAARSCHUWING
■ Als de ronddraaiende zaagketting contact
maakt met een hard voorwerp en snel wordt
afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met
grote kracht van de gebruiker weg worden
getrokken. De gebruiker kan de controle over
de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐
pen of zelfs worden gedood.
► De kettingzaag met beide handen vasthou‐
den.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐
den.
► De kam correct plaatsen.
► Met vol gas zagen.
142
4.8.3
Terugstoot
Als met de bovenzijde van het zaagblad wordt
gewerkt, wordt de kettingzaag naar de gebruiker
toe gestoten.
WAARSCHUWING
■ Als de ronddraaiende zaagketting contact
maakt met een hard voorwerp en snel wordt
afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met
grote kracht naar de gebruiker toe worden
gestoten. De gebruiker kan de controle over
de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐
pen of zelfs worden gedood.
► De kettingzaag met beide handen vasthou‐
den.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐
den.
► Met vol gas zagen.
4.9
Vervoeren
4.9.1
Kettingzaag
WAARSCHUWING
■ Tijdens het vervoer kan de kettingzaag kante‐
len of verschuiven. Personen kunnen letsel
oplopen en er kan materiële schade ontstaan.
► Accu wegnemen.
► Kettingrem inschakelen.
► Kettingbeschermer zo over het zaagblad
schuiven dat deze het gehele zaagblad
afdekt.
► Kettingzaag met spanbanden, riemen of
een net dusdanig beveiligen, dat hij niet kan
kantelen en niet kan bewegen.
4.9.2
Accu
WAARSCHUWING
■ De accu is niet beschermd tegen alle invloe‐
den van buitenaf. Als de accu aan bepaalde
4 Veiligheidsinstructies
0458-024-9601-A