Inbrengen van de aScope 5 Cysto HD
Smeer het inbrengsnoer in met een oplosbaar glijmiddel geschikt voor cystoscopie voordat
de aScope 5 Cysto HD bij de urinebuis wordt ingebracht. Voer het inbrengsnoer voorzichtig
verder volgens de standaardpraktijk voor de anatomie van de patiënt. Als het camerabeeld
van de aScope 5 Cysto HD onduidelijk wordt, kan het distale uiteinde worden schoongemaakt
door de cystoscoop terug te trekken en het distale uiteinde te reinigen.
Afzuigen en instilleren van vloeistoffen 6
Het is mogelijk dat tijdens de procedure afzuiging nodig is. Bereid hiertoe een injectiespuit
voor. Sluit de spuit zo nodig aan op de aScope 5 Cysto HD en oefen afzuigkracht uit om de
gewenste werking te verkrijgen. Bij een grotere hoeveelheid vloeistof ontkoppelt u de
injectiespuit van de cystoscoop, maakt u de spuit leeg en bevestigt u hem opnieuw om de
resterende vloeistoffen af te zuigen.
U kunt vloeistoffen, d.w.z. steriel water of een zoutoplossing, door de werkkanaalingang aan
de onderkant van de aScope 5 Cysto HD-hendel instilleren door een spuit of infuusset met
Luer Lock-aansluiting rechtstreeks op de werkkanaalingang of via een afsluitkraan aan te
sluiten. Als u zak met steriel water of een zoutoplossing gebruikt, moet u deze zodanig
plaatsen dat mogelijk morsen geen invloed op andere apparatuur zal hebben.
Endoscopische instrumenten inbrengen 7
Indien nodig kunnen endoscopische instrumenten worden gebruikt met de aScope 5 Cysto HD.
Zorg altijd dat u de juiste maat endoscopisch instrument voor de aScope 5 Cysto HD selecteert
(zie hoofdstuk 2.2). Controleer het endoscopische instrument voordat u het gebruikt. Vervang
het als het een afwijkende werking vertoont of er anders uitziet. Breng het endoscopische
instrument in de werkkanaalingang in en voer het voorzichtig op door het werkkanaal totdat
het op het livebeeld van het Ambu-weergaveapparaat te zien is. Activeer geen endoscopische
instrumenten in het werkkanaal. Het distale uiteinde van het instrument moet tijdens het
gebruik op de afbeelding te zien zijn.
De aScope 5 Cysto HD terughalen 8
Verzeker u ervan dat de hendel in de neutrale stand staat wanneer u de aScope 5 Cysto HD
terughaalt. Trek de cystoscoop langzaam terug terwijl u naar het livebeeld op het
weergaveapparaat kijkt.
3.3. Na gebruik
Visuele controle 9
Controleer op ontbrekende onderdelen, bewijs van schade, insnijdingen, gaten, doorbuigingen
of andere onregelmatigheden op het buigstuk, het distale uiteinde of het inbrengsnoer van de
aScope 5 Cysto HD. Als dat het geval is, dan dient u corrigerende maatregelen te nemen om vast
te stellen of er onderdelen ontbreken en het/de ontbrekende onderde(e)l(en) te vinden.
Als er corrigerende maatregelen nodig zijn, volg dan de lokale ziekenhuisprocedures.
De onderdelen van het inbrengsnoer zijn zichtbaar in een röntgenfoto (röntgendoorlatend).
Laatste stappen
1. De aScope 5 Cysto HD ontkoppelen van het Ambu-weergaveapparaat.
2. Gooi de aScope 5 Cysto HD, een hulpmiddel voor eenmalig gebruik, weg 10 . Na gebruik
wordt de aScope 5 Cysto HD als verontreinigd beschouwd en dient deze te worden
afgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke richtlijnen voor de inzameling van
verontreinigde medische hulpmiddelen met elektronische onderdelen.
Het productontwerp en de gebruikte productmaterialen zijn niet ontworpen voor
hergebruik en kunnen de herverwerkingsprocedures die voor herverwerking van
endoscopen worden gebruikt, niet weerstaan zonder het risico van achteruitgang en
verontreiniging. Herverwerking/hergebruik kan de endoscoop beschadigen en letsel bij de
patiënt veroorzaken.
138